De bouw online verbonden.
Fabrikanten van dunne gelaagde isolatie, er zijn er verschillende bijvoorbeeld www.dunne-isolatie.nl (ATI), claimen zeer hoge isolatiewaarden. Door deskundigen worden deze echter afgedaan als onzin. Daarnaast claimt ook Tonzon met zijn alu-folie luchtzakken een hoge isolatie, zeker voor kruipruimtes. Daarover vind ik wel hele positieve verhalen.
Voor mijn gevoel zijn de systemen van dunne gelaagde isolatie en Tonzon vergelijkbaar. Kan iemand mij adviseren over een keuze tussen deze materialen (en andere natuurlijk)? Tonzon of gelaagde isolatie zou ik willen toepassen voor het dak (tussen de gordingen) en de kruipruimte.
Tags:
Wat je dan hebt zijn waardes, die zich niet laten vergelijken. Hierdoor kom je dan terecht op een eindresultaatbepaling die slechts in theorie bepaald kan worden met medeneming van een aantal niet beheersbare en daardoor onzekere factoren.
Luchtspouwen die bijvoorbeeld veranderen door het bewegen van de meerlaagse folien; folien die een afstand tussen de lagen moet hebben, welke niet vast is maar variabel. Reflectiecoefficient: welke is dat zodra de folie ingeklemd zit tussen andere materialen? Hoe is die gemeten? Hoe verhoudt zich dat in de toepassing?
Door deze aspecten zijn in het verleden al de nodige discussies ontstaan, zelfs tot rechtzaken aan toe om vergelijkingen te verbieden.
En tot vergelijkingen komt het als men een R waarde aan het materaal gaat toedichten. Ik denk dat er hoogstens over een reken R waarde gesproken kan worden voor het toepassen van het materiaal in de berekening volgens de BDA methode. Maar misscchien zie ik het fout.
Dus heb ik wat vragen.
Je kan het gewoon uitrekenen en dan zie je dat het voor de Tonzon folies met luchtspouwen klopt. Eenmaal in de constructie zijn de spouwen niet meer variabel. Wat je misschien niet atijd weet is of de spouw wel 15 mm of 17 mm of 20 mm is enzo.
Als de folie met contact ingeklemd zit tussen andere materialen of er op geplakt is zoals dat met sommige aluminium folies het geval is, dan mag je theoretisch alleen de isolatiewaarde van de folie zelf meenemen en dat is dus erg weinig.
Als een folie tussen twee transparante bubble folies inzit, of een erg poreuze polyester wol/quilt zou je kunnen zeggen dat de infrarode straling enigzins door die transparante laag heen gaat. Daar begint dus het koffiedik kijken en daarom zijn die multifolies ook niet gecertificeerd.
Als je bv een reflecterende folie ietsje los achter een radiator hangt dan kan je meten dat achter de folie (dus niet tussen de folie en de radiator) er nauwelijks warmtestraling of hitte overdracht is. op het moment dat je de folie tegen de radiator druk voel je onmiddelijk de hele warmte van de radiator.
Radiatie (65%)is een vier tot drie maal grotere factor in isolatie dan transmissie (15%) of convectie (20%), vandaar dat het zo goed werkt .
BDA bepaalt de warmteweerstand volgens de methode met warmtestroommeter van thermisch isolerende bouwmaterialen en -producten met een gemiddelde en hoge warmteweerstand (NEN-EN 12667). BDA Keur is voor deze verrichting geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie (RvA - L447). YBS heeft bewust gekozen voor testen die volledig zijn geaccrediteerd. BDA heeft voor het testen van de isolatie in schuine daken zelfs een kantelbare heatflow meter gebouwd. Onze waardes zijn daardoor afdoende onderbouwd.
Begin dit jaar zal de nieuwe EN standaard 16012 van kracht zijn waarin exact wordt beschreven hoe we Isolatiewaarden van reflecterende meerlaagse isolatie kunnen meten. Daarnaast is door het SBR een Ontwerprichlijn reflecterende Isolatie geschreven die aangeeft hoe te ontwerpen en bouwen met reflecterende isolatie in wanden daken en vloeren. Hopelijk komt hierdoor snel duidelijkheid en eenduidigheid over prestaties en normeringen zodat de diverse isolatiefolie's (en andere isolatiematerialen) op de juiste manier met elkaar te vergelijken zijn.
De core value van SuperQuilt is R=1,38m2K/W, dus zonder de luchtspouwen aan beide zijden. Neem je die wel mee dan is de waarde 2,71 voor dak, 2,44 voor wand en 3,29m2K/W voor de vloer.
Het verschil in R waarde heeft te maken met de richting van de warmte stroom (naar boven of beneden) en de orientatie van het bouwdeel, horizontaal, verticaal of schuin.
De brandklasse E is bepaald door het Warringtonfire volgens de EN ISO 11925-2.
We hebben voor de Nederlandse markt een aantal voorbeelden van details gegeven en daar een R waarde van bepaald. Als er details zijn die niet benoemd zijn, berekenen we daar de R waarde en zonodig ook dauwpunten van.
SuperQuilt is opgebouwd uit echte aluminiumfolie gewapend en voorzien van een beschermlaag aan de 2 buitenzijden, daartussen 17 lagen met afwisselend gemetaliseerd polypropyleen, geexpandeerd polyetyleen en dekens van geregenereerde PET flessen. De dekens zijn niet gestikt (koudebruggen) maar worden dmv gepatenteerde kimbles op max 4 cm dik gehouden
Als je prijs stelt op de uitgebreide testverslagen moet je me even mailen. Ik hoop dat ik hiermee je vragen voldoende heb beantwoord.
George Balsing zei:
Beste Erik, Ik denk niet dat ik met deze informatie kan vinden of het goede of niet goede isolatie betreft.
De vermelding BDA suggereert natuurlijk betrouwbaarheid, maar dat deden de instituten die de franse meerlaagse folien getest hadden, ook, dus probeer ik in te schatten hoe deze waarden tot stand zijn gekomen. De genoemde referenties geven hierover geen uitsluitsel.
Onder meer de volgende vragen doemen op bij me:
Volgens welke internationale norm /omstandigheden is jullie product getest? Het is voor het eerst dat ik zie dat er onder een bepaalde hoek gemeten is en verschillende waarden zomers en 'swinters ontstaan.
Er worden nogal wat R waardes genoemd bij dit materiaal, terwijl dit vaak een formule is die op basis van de lambda waarde/dikte van het materiaal. Nu lijkt het er veel op dat de R waarde ook sterk afhankelijk is van hoe en waar het toegepast is. Klopt dit? Als de luchtspouwdikte varieert, varieert dan ook de R waarde? Wat zijn dan de consequenties bij een luchtspouw van 20 mm; of 50 mm?
Nu worden bij een materiaaldikte van 40 mm diverse R waardes genoemd, van rond de 2,2 tot in de 5
Of is het zo dat je de R waardes alleen zo kan gebruiken bij de toepassingen/metingen volgens de BDA bladen?
Welek brandklasse heeft het materiaal? Men noemt E; volgens welke norm?
Is het schuim PE, of PVC, of PP?
Nogmaals, ik heb nu nog geen mening of het goed of minder goed materiaal is en benader het dus met een open mind. Zou je willen reageren?
6 jaar na deze discussie lees ik deze met veel interesse. Wij staan op het punt een steense blinde buitenmuur op het noorden te (moeten) isoleren aan de binnenzijde en hebben weinig ruimte. Oppervlak 3 x 2,7m. Wat is nu wijsheid als we ca. 5cm aan ruimte willen (kunnen) inleveren? Er komt een bijna volledig vullende keukenkastenwand voor te staan.
Onze oplossing zou zijn een sandwich paneel met Vacuüm Isolatie panelen met volkernplaat aan de buitenzijde (buitenmuur)en een afwerklaag van multiplex om als bevestiging mogelijkheid te dienen. Hiermee verleg je het dauwpunt naar het buitenblad en in de sandwich kan je voorzieningen treffen te bevestiging van de kastenwand. Met een totale dikte van 50-60 mm kom je dan op een R waarde van rond de 3,5 (25 mm VIP)
Welkom bij
BouwProfs
© 2024 Gemaakt door Michel Eek. Verzorgd door