(bron: cobouw.nl) 

Bouwend Nederland heeft volstrekt gelijk dat gemeenten achterblijven met crisismaatregelen. Dit blijkt uit antwoorden van minister Donner op vragen van het Tweede Kamerlid Eddy Heijum. 

In 2009 heeft tweederde van de gemeenten maatregelen genomen om de werkgelegenheid in de bouw te stimuleren. In 2009 en 2010 trekken zij 107 miljoen voor de woningbouw en in latere jaren 9 miljoen. Die bedragen liggen ver weg van de 1,5 miljard die gemeenten hebben toegezegd in het aanvullend beleidsakkoord ter bestrijding van de crisis. 

Hiermee geeft de bewindsman toe dat Bouwend Nederland terecht aan de bel heeft getrokken naar aanleiding van onderzoek van het EIB. De vereniging was blij dat er maatregelen werden genomen door gemeenten, maar vond het resultaat wat mager.

Voorzitter Elco Brinkman noemde het toen ook in het belang van de gemeenten zelf. Die hebben er via de grondexploitatie baat bij dat de woningbouw niet volledig instort. Bovendien zijn vaak lokale bedrijven betrokken bij de productie waardoor deze ook uit het oogpunt van lokale werkgelegenheid een gemeentelijk belang dient. 

Minister Donner onderkent dat de bouw een laatcyclische sector is, die inmiddels bovenaan de lijst prijkt met aanvragen voor deeltijd-ww. Het gaat om 1335 aanvragen; een aandeel van 30,4 procent. De metaal komt op de tweede plaats met 19,6 procent. 

Tot nu toe is de vraag naar en aanbod van stageplekken en leerwerkplaatsen in de bouw nog redelijk in evenwicht maar Donner ziet de aantallen wel sterk afnemen. Met het aantrekken van de bouw in 2011 de kan ook de arbeids- en stagemarkt weer aantrekken. Vanwege de vergrijzing zal dan gauw sprake zijn van een gebrek aan vakkrachten. 

Donner is bereid om gemeenten nog eens te wijzen op de mogelijkheid om in besteksvoorwaarden de eis te stellen dat een deel van de bouwsom moet worden bestemd voor stage- en leerwerkplekken. 

Vraag me af het het voldoet om gemeenten nog een keer te wijzen op mogelijkheden...