De bouw online verbonden.

Opdrachten niet onnodig clusteren is een goede aanpassing in de nieuwe Aanbestedingswet.

Op 28 maart heeft de minister van Economische Zaken wijzigingen ingediend op het voorstel van de Aanbestedingswet. Bouwend Nederland is zeer tevreden dat de minister op veel punten tegemoet komt aan de wensen van het bedrijfsleven.

De minister wil met de wijzigingen zorgen voor meer toegankelijkheid van de markt van overheidsopdrachten voor het midden en kleinbedrijf, zoals ook Bouwend Nederland heeft bepleit. Daartoe behoort ook het streven naar meer uniformiteit in het in de markt zetten van opdrachten met een waarde beneden de drempel.

De aanbestedende dienst wordt in de nieuwe wet verplicht heldere keuzes te maken. Daarbij gaat het om de vraagtechniek, de omvang van de opdracht en de keuze van de ondernemer of ondernemers die tot de aanbestedingsprocedure worden toegelaten. Deze keuzes moeten worden gemaakt op basis van objectieve criteria en indien nodig worden gemotiveerd.

Daarmee is in de voorstellen van Verhagen ook gesteld dat opdrachten niet onnodig groot mogen worden gemaakt. Als een aanbestedende dienst wil clusteren, dan moet zij dat duidelijk, op basis van objectieve criteria, motiveren. Ook mogen niet langer eisen worden gesteld die niet in verhouding staan tot de opdracht, bijvoorbeeld ten aanzien van de omzet of de ervaring van het bedrijf dat meedingt. Ook zijn ondernemers geholpen met de bepaling dat ook contractvoorwaarden redelijk en uitvoerbaar dienen te zijn. In de praktijk zijn die nog te vaak onevenwichtig, zodat het MKB nog te vaak besluit geen zaken te doen met de overheid. (bron: Bouwend Nederland)

Hoe kijkt u als bouwprof aan tegen de voorstellen van deze minister? En in hoeverre zijn ze in de praktijk goed uit te voeren naar uw mening?

▶ Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Permalink Antwoord van jan w. bol op 5 April 2011 op 10.56

Een reactie op de tekst 'Opdrachten niet onnodig clusteren etc, etc.' met volgens mij een heel cruciale passage, citaat: "De aanbestedende dienst wordt in de nieuwe wet verplicht heldere keuzes te maken. Daarbij gaat het om de vraagtechniek, de omvang van de opdracht en de keuze van de ondernemer of ondernemers die tot de aanbestedingsprocedure worden toegelaten. Deze keuzes moeten worden gemaakt op basis van objectieve criteria en indien nodig worden gemotiveerd."

De onderstrepingen en vetjes zijn van mij.

De crux: belangstellenden / inschrijvers hebben recht op heldere keuzes van de aanbestedende dienst. Staat in de nieuwe wet ook hoe dat moet, aan welke meetbare en begrijpelijke criteria die keuzes (die leiden tot uitnodigen dan wel gunnen) moeten voldoen? Wat is dan helder?

Bovenstaande opmerking over helder staat in direct verband met objectieve criteria (en vooral ook weging daarvan zou ik zeggen). Iemand van Grontmij (zijn naam ontschiet me), maakte, in mijn tijd als hoofdredacteur van de AanbestedingsKrant / GWWkrant (uitgave 2002 - 2009 van wijlen Reed Business Bouw & Industrie), samen met Teun van Reeuwijk-CROW (EMVI - Gunnen op Waarde) een interessant model voor het inzichtelijk opstellen en wegen van criteria voor aanbestedingen.

Indien nodig gemotiveerd? Volgens mij altijd motiveren. Houd communicatie helder, dat voorkomt ergernis, speculatie, verwarring.

Jan W. Bol

Bolster Journalistiek

06 3450 4949

▶ Beantwoorden

Permalink Antwoord van Ing. J.O. 't Hooft op 5 April 2011 op 17.01

De clustering van opdrachten door met name lagere/kleinere overheden lijkt te zijn ingegeven door een bepaalde angst waarbij dan direct overdreven eisen gesteld worden (groot = goed ?)

Soms wordt dit veroorzaakt door reeds opgestelde beleidsnota's en uitbesteding van inkoopvoorwaarden aan inkoopburo's.

Door deze clustering los te laten kan er veel werk meer plaatselijk/regionaal gedaan worden waarbij er minder transportkilometers nodig zijn, dit is maatschappelijk en milieutechnisch gezien meer acceptabel