Wordt de behoefte aan bedrijventerreinen overschat?

(bron: cobouw.nl)

De planningsopgave van het 'Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020' moet flink naar beneden worden bijgesteld. De huidige, te ruime behoefteraming leidt tot overheidsfalen op alle niveaus.

Dat is de conclusie van het promotieonderzoek 'Uit voorraad leverbaar' van geograaf Han Olden. Gemeenten brengen te veel bouwrijpe grond op de markt, voeren een te ruimhartig uitgiftebeleid en vragen te lage grondprijzen. "Dat komt doordat het Rijk te veel ruimte geeft, de provincies te weinig regie voeren en de gemeenten onderling concurreren", verklaart Olden. Hij constateert dat het ruime aanbod van relatief goedkope bouwrijpe grond voor bedrijventerreinen een belemmerende factor is bij de herstructurering van bedrijventerreinen.

Volgens de auteur zijn in het Convenant Bedrijventerreinen wel afspraken gemaakt over provinciale regie. "Maar deze gaan voorbij aan het overschot aan bouwrijpe grond. Je kunt het vergelijken met een huis op een slecht fundament. Deze maatregelen zijn reparaties van scheuren in muren, terwijl je het fundament moet herstellen door een andere opgave te formuleren. Maar daar is geen aandacht voor."

Via vragen van Tweede Kamerleden Esmé Wiegman en Cynthia Ortega (beiden CU) reageert minister Van Middelkoop (VROM) op de kritiek. "We herkennen ons niet in de kritiek van de auteur", antwoordt de bewindsman. "We delen niet de mening dat we, enkele maanden na het opstellen van het convenant kunnen concluderen dat sprake is van collectief overheidsfalen."
Maar volgens de auteur is het naïef te denken dat provincies en gemeenten hun gedrag zullen wijzigen zolang de huidige ruimte in stand blijft en die ligt volgens hem veel te hoog. "Als je goed naar de gebruikte modellen kijkt, zie je dat voor de komende tien jaar ongeveer 9185 hectare voor nieuwbouw is geraamd, dat is zeker 50 procent te veel. Die raming ligt nog hoger dan in het scenario voor hoge economische groei verwacht wordt."

Olden suggereert dat marktpartijen de rol van grondexploitant van de gemeente kunnen overnemen. "Zo kun je de ontwikkeling van nieuwe terreinen afstemmen met bestaande terreinen. Bovendien hebben gemeenten zo minder tegengestelde belangen, kunnen ze beter toezien op integrale gebiedsontwikkeling, en is beheer beter te regelen. Vandaag wordt in de Kamer een motie van de ChristenUnie besproken om de samenwerking in het convenant minder vrijblijvend te maken.

Wat vindt u van de conclusie van Han Olden dat de overheid een te ruime behoefteraming hanteert met betrekking tot industrieterreinen?