erbouwd en verarmt niet. Over het algemeen wordt er geen kunstmest gebruikt waardoor de bodem zou kunnen verzilten. De effecten van de teelt van bamboe zijn grotendeels te vergelijken met die van andere grassoorten behalve dat er bij bamboe teelt, door de schaduw werking van de dicht op elkaar staande planten, de grond niet snel uitdroogt. De oogst van bamboe heeft veel gemeen met het maaien van een grasveld, na het maaien groeit de halm weer aan. Dit proces gaat door tot de plant aan het einde van zijn levenscyclus komt. Een oogst vindt elke 5 jaar plaats. De planten hebben dan een maximale hoogte van 25m (dit is 5m / jaar).
Bamboe kan op 3 manieren worden verwerkt.
1) Men gebruikt het materiaal zoals het is gegroeid (rond en hol). Dit heeft als voordeel dat juist doordat de stam hol is een constructie opgebouwd uit bamboe halmen, sterk en toch licht is. Immers de kern van een constructief materiaal heeft nauwelijks of geen toegevoegde waarde voor de sterkte van de constructie. De ronde vorm is een optimaal constructieve eigenschap. Nadeel is dat de ronde vorm het verbinden van verschillende onderdelen zeer lastig maakt. Een ander nadeel is dat men geen / zeer beperkte keuze heeft in het volume van de constructie delen (deze zijn al door de natuur bepaald).
2) Een nieuwe manier om bamboe te verwerken is door de stam eerst te splitsen en dan samen met hoge druk en een milieu vriendelijke hars tot balken te persen. Deze balken zijn zwaar zeer slijtvast en weer bestendig (sommige soorten scoren beter dan Bankirai). Het product kan worden bewerkt als normaal hout. Het nadeel van dit product is dat het zeer veel energie kost om tot het eindproduct te komen en op dit moment zijn de plantages voornamelijk in Asië, wat ook de nodige energie kost aan transport. Dit geld echter ook voor alle tropische hardhout soorten.
3) Het verwerken tot plaatmateriaal. Hier weet ik weinig van dus commentaar laat ik over aan anderen.
Al met al denk ik dat Bamboe, ondanks het hoge energie verbruik door transport en verwerking, een grote bijdrage kan leveren aan de terugdringing van de koolstof uitstoot. De koolstof die door de plant gebonden wordt, komt inderdaad na verbranding of compostering weer vrij. Echter aangezien men constant bezig is met het verbouwen van deze plant over een groot aantal hectares en i.p.v. bijvoorbeeld grasland of bos. Elke hectare beplant met Bamboe geeft dus een grotere reductie aan CO2 dan de zelfde hectare beplant met iets anders. Hoe meer bamboe dus wordt verbruikt, hoe meer er moet worden geplant en hoe groter de reductie aan CO2(koolstof). Daarnaast is het zo dat het product gebruikt wordt in de plaats van een andere plant die jaarlijks zeer veel CO2 opneemt en waar bij de kap zeer veel andere planten, die niet worden gebruikt, worden vernietigt of verbrand, namelijk de bomen in het tropisch regenwoud. Dus voor elke serie Bamboe halmen die worden gekapt blijft een boom in het tropisch regenwoud staan. Het totale volume aan plantaardige biomassa op deze planeet is van nog groter belang voor de reductie van CO2 dan de uitstoot aan CO2 van de industrie. Om nog maar te zwijgen van een ander zeer belangrijk punt: de biodiversiteit. Daarom zou niet de reductie van CO2 als eerste op de milieu agenda moeten staan, maar het tegengaan van de houtkap in natuurlijke bossen en wouden en de stimulering van de aanplant van productie bos, bamboe / hennep velden, e.d..
Hiermee pak je namelijk zowel het probleem van biodiversiteit aan als de reductie van CO2.
Er zou eens onderzoek gedaan moeten worden of bamboe niet productief kan zijn op het Europese vaste land i.v.m. de economische onafhankelijkheid en reductie van logistieke energie.
Voor meer informatie zie:
http://www.bamboe-ic.nl/bamkirai_productblad.html
http://www.bambooteam.com/pablo/Bijlagen%20afstudeerrapport_A4.pdf…
lleen BKA. De kouval is dan aanzienlijk minder.
Over de ouderen: ik stel je graag voor aan 2 verpleeg/verzorghuisdirecteuren die 'tenminste 1 radiator' in een bewonerskamer willen hebben omdat de bewoner stralingswarmte (> 40gr) wil hebben.
Theo Bouwman zei:
David,
Wat bedoel je precies met je opmerkingen?
- Waarom zou vloerverwarming (of hier BKA) minder geschikt zijn voor ouderen?
- Als je voldoende isolatie toepast en dus ook kozijnen en glas met een lage Uwaarde (U<0,8) zullen de genoemde ´problemen´ niet optreden.
=> Daarom ook hier weer: eerst goed isoleren en dan misschien BKA
Je noemt daarom ook terecht dat BKA niet persé oftwel sowieso geen maatregel is die energiekosten omlaag brengt. Kan ik me geheel in vinden. Isoleren brengt energiekosten omlaag.
- Je opmerking t.a.v. comfort kan ik in het geheel niet plaatsen(?)
groet, Theo Bouwman David Meijer zei:
Naast de al gegeven uitstekende opmerkingen nog het volgende. Bouwdeelactivering vraagt om thermische openheid van de constructie. Dus geen (of beperkt) systeemplafond plaatsen. Voor de vloerbedekking speelt dat wat minder.
Door het ontbreken van stralingswarmte is het systeem wellicht minder geschikt voor ouderenzorg. Daar zou het plaatsen van een radiator om 'klachtentechnische' redenen noodzakelijk kunnen zijn.
Bij hoge ramen en de buitentemperaturen van de afgelopen periode zal blijken dat vloerverwarming het net niet aan kan - daar helpen geen 'extra' lussen. De maximale hoogte van de pui is uit te rekenen.
De primaire redenen voor BKA is koeling, verwarmen (steeds minder een issue door de hoge isolatiewaarden) is 'bijkomstig'. Doordat er geen luchtbewegingen zijn is het een zeer aangename manier van koelen (geen klachten).
VBI heeft om die reden gekozen voor plafondverwarming/koeling in haar ECO-PREFAB systeem.
Denk er aan dat BKA NIET zonder meer leidt tot lagere energiekosten. Die worden namelijk bepaald door ventilatie- en transmissieverliezen alsmede het systeemrendement. Hooguit kan er door de gebruiker gekozen worden om de thermostaat een graadje lager te zetten omdat het comfortnivo een stuk hoger ligt. BKA is een (Z)LTV, waardoor meer en alternatieve energiebronnen kunnen worden aangesloten.
Als comfort niet de doorslag geeft dan zal het geldelijke voordeel de keuze voor BKA bepalen. Uiteraard in combinatie met de beschikbare energiebron.
Ruimtelijke en onderhoudstechnische (vandalisme in scholen bv) zijn minder belicht maar wel degelijk zeer de moeite waard.
Groet,
David Meijer
http://www.vitruvius-consultancy.nl
…
Op 18 Februari 2012 om 15.58 toegevoegd door David Meijer
:
1. Nederland moet verder decentraliseren. Het idee dat je allemaal op een kluitje moet zitten is met de Internet ondertussen achterhaald. Grote steden zijn heel veel duurder in onderhoud en energiegebruik dan kleine steden en die op hun beurt ook weer duurder dan stedelijke agglomeraties van 100.000 inwoners en die zijn nog steeds duurder dan dorpen.
2. Een goed voorzieningsniveau in de kleinere woonkernen zoals ziekenhuizen, voldoende voor het gros van de bevolking, inclusief de ouderen. Als dat niet het geval is dan zullen mensen niet makkelijk naar de kleinere kernen verhuizen. Gezien de schaal van Nederland kan de sterk gespecialiseerde zorg per grotere regio geleverd worden; de afstanden zijn niet zo groot.
3. Het elimineren van overdrachts- en verhuisbelasting of het omzetten van een hypotheek naar een andere woning, omzetten zorgverzekeraar en dergelijke. De overheid probeert op van alles en nog wat belasting te vangen, maar dat bevorderd niet het verhuizen, bijvoorbeeld als je niet meer naast je werk hoeft te wonen zoals zij die gepensioneerd zijn. Die mensen kunnen vaak nog een-derde van hun leven ergens anders doorbrengen.
4. Verminderen van de parkeerdruk in de grote steden. De meeste auto’s staan meer dan 22 uur per dag stil en leggen beslag op de openbare ruimte, of maken het werken in de grotere steden duur vanwege parkeer kosten. Dat betekent o.a. het verbeteren van het openbaar vervoer. Als de woonkernen allemaal beter verdeeld zijn wordt het openbaar vervoer ook meer rendabel. Ook het stimuleren van deelauto’s hoort hierbij. Veel mensen hebben twee auto’s, maar met een dichter auto-deel systeem kan dat makkelijk een enkele auto worden (of geen eigen auto).
5. In aansluiting van #4 het verbeteren van het fietsnetwerk in de steden en aansluitend op de treinen. Dit betekent ook dat de stations betere oplossingen voor de fietsenberging moeten hebben zoals direct boven de perrons, ipv een honderd meter of verder lopen voordat je je fiets kwijt kan.
6. De creatie van middelgrote woonclusters waarbinnen wederzijdse zorg verleend kan worden voor erg jonge en erg oude bewoners. Kinderopvang (voor werkende ouders) of zorg voor dementen (een groeiende groep) moet eenvoudiger binnen een wooncluster opgelost worden zodat er aan de ene kant minder heen en weer gerij nodig is en aan de andere kant lagere kosten zijn. Dit zal natuurlijk ook een aanpassing van de wettelijke regelingen behoeven.
7. De bestaande woningvoorraad verbeteren op het gebied van isolatie energievoorziening en daktuinen (inclusief groenteteelt). Tegelijkertijd zouden aan groot aantal van de dichtgebouwde achtertuintjes weer open gemaakt kunnen worden, vooral in de steden. Groter wordende gezinnen kiezen vaak voor een uitbreiding ipv dat ze verhuizen (serre, schuurtje, erker). Met de punten onder 3 kan dat veranderen en worden de binnen steden niet helemaal dicht getimmerd en zal er meer ruimte voor groen zijn.
8. Bij het verbeteren van de particuliere en verhuur woningbouw moet er goed gekeken worden naar de bijkeuken, de berging en het schuurtje zodat er voldoende ruimte beschikbaar is voor het aan de bron scheiden van afval. Dit in plaats van alles in de grijze container gooien en dan naar de vuilverbranding; dat is wel praktisch maar helemaal niet duurzaam.
9. Een onderdeel van de bestaande woningbouw verbeteren in het hergebruik van gebouwen en het herzien van bestemmingsplannen om de vele kantoorruimtes te hergebruiken. Voor een duurzame maatschappij zal meer hergebruikt kunnen worden, niet alleen bouwmaterialen maar ook inboedels, gereedschap en verhuurbedrijven. Daar horen kringloop bedrijven en reparatie werkplaatsen bij of thrift shops. Een duurzame maatschappij zal aan de ene kant beter spul moeten fabriceren, maar aan de andere kant creatiever moeten zijn met gebruikte goederen en minder consumptie maatschappij gericht. …
hielse zei:
Dag Eric,
Ik val van mijn bureaustoel als ik lees hoeveel domheid sommige reacties weergeven. Vroeger dacht ik ook wel eens dom, naar huidig inzicht: bijv. schelpen: zeer milieubelastend (vervoer!), het isoleert nauwelijks, elimineert wel geurtjes.
Als klusbedrijf voer ik tussen 'gewone' klussen Tonzon-opdrachten uit. Ik ken het systeem al 30 jaar van advertenties en dacht altijd "weer zo'n geitenwollensokken idee". Vanaf oktober 2010 weet ik beter.
Het is zó simpel doordacht, zo logisch!
Ik monteer in feite een thermosfles onder je vloer. Je kunt alles als in een laboratorium meten, maar bovenal is de praktijk de beste reklame. Klanten ervaren behaaglijkheid en zetten de thermostaat 1 of 2 graden lager. Het is passieve vloerverwarming, gebruikmakend van warmte in huis, die niet alleen maar stijgt.
Na het isoleren van spouwmuren, dak, dubbel glas, is de vloer het laatste sluitpunt: geen condens meer op het enkel gklas, maar op de vloer > je ziet het niet maar huismijten zijn er dol op.
PUR zoals de dochters van Eneco of Nuon het door je strot duwen: daar heb ik geen goed woord voor over > feitelijk bedrog. Na een (half) jaar is van de beloofde R 2,5 nog maal 1,8 over, feitelijk onvoldoende om zelfs voor 6% BTW te mogen tellen. De gassen zijn giftig (Poolse maanmannen spuiten het tegen alles onder de vloer), het wordt zo pokdalig aangebracht dat je door de slechte Lambda-waarde de kruipruimte aan het verwarmen bent. En niemand die het controleert, metingen verricht, garantie geeft.
Ik heb juist een opdracht binnen (met subsidie) van een zeer goed geïnformeerde en kritische klant in de Hilversumse Meent, waar nota bene onder bedtonnen broodjesvloer al Tempex-platen zijn bevestigd;ik ga daar de thermoskussens onder hangen. Hetzelfde in Almere Hout twee woningen waar 27 cm piepschuim onder het beton hangt (met luchtkanalen erin). De mensen lopen nu weer op sokken.
Ik ken een mevrouw in Utrecht (Tuinwijk), daar zit Tonzon al 20 jaar onder de vloer, ja beetje stoffig maar het principe werkt nog.
Brandbaar: klopt, maar alleen als je met open vuur werkt, en dan schroeit het wel, het wordt geen vuurzee. Maar de meeste loodgieters werken met knelkoppelsystemen en in beginsel hoeven ze er niet meer onder de vloer te zijn.
Grootste misverstand: je moet niet de bodem isoleren maar vlak onder de vloer. Dus geen Drowa, schelpen, kussens met korrels/parels. Wél de oranje bodemfolie: de kruipruimte wordt (nog) droger, originele ventilatie blijft intact, eventuele schimmel op houten balken verdwijnen.
Eerlijk duurt het langst. Het heeft ook 40 jaar geduurt voordat Asbest verbodem werd, misschien moet het 40 jaar duren voordat Tonzon écht erkend wordt.
Kijk op de site van Tonzon.nl (even beetje oog-scannen - het barst van de informatie) of mail mij: wilco@klusklus.nl
Veel succes!!!!!
…
am bouwen niet alleen om energiebesparingen in huizen en gebouwen, maar bijvoorbeeld ook om:
Gebruik van duurzame materialen die rekening houden met milieu en de gezondheid van bewoners en gebruikers.
Duurzaam slopen, om materialen die vrijkomen bij de sloop opnieuw te kunnen gebruiken (hergebruik en recycling).
Verantwoord watergebruik.
Voorkomen dat grondstoffen voor bouwmaterialen uitgeput raken.
Wall-LinQ concepten voldoet aan paragraaf 5.9 Duurzaam Bouwen van het Bouwbesluit. Het beperken van uitstoot broeikasgassen en het beperken Uitputting van grondstoffen.
Maatschappelijk verantwoord werken MAL waarde 25 kg/pp
De traditionele binnenwand afbouw-monteurs, worden blootgesteld aan stressvolle- zware ergonomische- en fysieke belastingen, een groot aantal worden voortijdig gedwongen om te stoppen, als gevolg van de blessures; rug (52%), schouders en armen (45%), nek (28%), hand-armtrillingen (29%). Het tillen, dragen, duwen of trekken van zware lasten komt met 69% significant vaker voor in vergelijking met de gehele populatie bouwvakkers, rapportage Arbo bedrijfstakatlas.
De mix van deze belastingen en vervolg schade worden niet alleen fysiek gedragen maar ook financieel gedragen, door werkgever/werknemer en maatschappij.
In de huidige economisch omstandigheden en met de daarbij uitstroom van pensioen gerechtigde zullen we extra zuinig moeten zijn op de mensen die er nog zijn en of aan komen.
Arbo-wet, beleidsregel 5.3-1
In het Arbo - besluit zijn grenswaarde gesteld aan het tilgewicht; Maximale Actie Limiet (MAL-waarde).
Beleidsregel 5.3-1 stelt het maximale gewicht dat door één persoon met de handen getild mag worden, maximaal 25 kg bedraagt.
Algemene punten van de beleidsregel zijn:
Met de hand tillen moet zoveel mogelijk worden vermeden
Het maximale Actie Limiet dat door 1 persoon met de hand mag worden getild is 25 kg
Het maximale Actie Limiet dat door 2 personen samen mogen worden getild is 50 kg
Als het gewicht zwaarder is dan moeten hulpmiddelen worden ingezet
“Fluistermethode” Wall-LinQ Tape Drywall System®
De ‘Fluistermethode’ zit ruim onder de gestelde MAL-grenswaarde van 25 kg per persoon zoals gesteld in het Arbobesluit. Het wetenschappelijk onderzoek “Fluistermethode” is uitgevoerd door VHP ergonomie met de werkgroep Arbouw, NOA, Bedrijfschapafbouw, FNV en CNV, dit onderzoekrapport is aangeboden en wordt ondersteund door de Landelijke Arbeidsinspectie.
Onze Wall-LinQ Tape Drywall Concepten biedt niet alleen hier bovenstaande maar ook hoge wandprestaties die ook nog eens een verhoogde bouwproces efficiency.
www.wall-linq.com…
Op 10 September 2012 om 18.25 toegevoegd door Adry van Lit
s gewoon een doel: zorgen dat je gebouw weinig energie gebruikt en een gezond binnenklimaat heeft.
Dus niet een gebouw dat warmteverlies compenseert door meer (duurzame) energie op te wekken: doodzonde van die duurzame energie waarvan we de komende decennia nog een schreeuwend tekort hebben.
En ook niet een gebouw dat kiert en tocht en waarin je voor de hemel stookt.
Dat kan ook met dampopen bouwsystemen en ook met biobased materialen.
Een paar aanvullingen op wat ik in de discussie tegen kwam:
1. Een gebouw dat van zichzelf al doortocht wordt daardoor vaak ook goed geventileerd. Maar het kost per definitie veel energie om het ongecontroleerde warmteverlies te compenseren. Als je weinig of geen warmte verliest door kieren en spleten moet je goed gecontroleerd ventileren. Dat kan met balansventilatie met wtw. Balansventilatie sluit niet uit dat alle ramen ook open of op een kierstand gezet kunnen worden. Wij hebben als motto: zonder dierbaarheid geen duurzaamheid. In onze passief gerenoveerde monumenten kunnen alle ramen gewoon open! Want dat wil je als bewoner.
2. Onze ervaring is dat juist traditioneel met roosters/bovenlichten geventileerde woningen vaak een buitengewoon ongezond binnenklimaat hebben. Met name in de sociale woningbouw worden die roosters afgeplakt vanwege de koude tocht en de aanslag op de portemonnee. Juist mensen die het zich financieel niet kunnen permitteren zitten daardoor in de ongezonde binnenlucht. Dat noemen wij asociale woningbouw.
3. Nieuwbouw volgens het bouwbesluit presteert gemiddeld 20-25% lager dan berekend. Dat komt door onnauwkeurigheden in de berekening (EPC) en door slechte uitvoering. Daarom wordt een voor PassiefBouwen Keur ook de uitvoering gecontroleerd. Werkt de ventilatie? (meting van het debiet) Is het gebouw inderdaad tochtvrij? (met een blowerdoortest) en zitten er geen koudebruggen en spleten tussen de isolatie? (met een infraroodopnames). Hoe je de gevraagde prestaties haalt mag iedereen zelf weten. De bouwer moet wel aantonen dat het product de kwaliteit levert die gevraagd wordt. Zodra controle werkelijk gevraagd wordt en de uitvoerder aan prestaties gehouden kan worden wordt schiet de kwaliteit van de uitvoering "vanzelf" omhoog.
4. Ook wij hebben een broertje dood aan normen en keuren die binnen de korste keren kunnen verworden tot een marktmonopolie. Of precies de passiefhuisnormen gehaald moeten worden of iets daar in de buurt kan onderwerp van discussie zijn. Of de PHPP berekening de beste berekening is ook. Onze ervaring is dat op dit moment Passief met PHPP met afstand de beste norm en keuring zijn. In de praktijk ervaar ik ze niet als knellend keurslijf, maar als redelijke eisen die alleen eisen wat essentieel is zonder ongewenste neveneffecten. De Nederlandse norm eist zeer terrecht niet dat elk product ook een keur heeft (dat leidt tot marktmonopolie) en niet dat elk onderdeel op een minimaal niveau is. Je kunt minder presterende onderdelen compenseren met betere prestaties elders in het gebouw. Dan kun je optimaliseren waarmee het best of het goedkoopst de gevraagde prestatie geleverd kan worden. Zeer innovatie bevorderend dus.
Al met al zijn mijn stellingen:
- zonder norm en controle daarvan levert de markt minder dan gewenst.
- als een energie-eis strijdig is met lekker en gezond wonen kan dat nooit duurzaam zijn.
Passief zit ons daarbij niet in de weg maar stimuleert om echt goed na te denken over wat je wilt bouwen. Als we de norm als knellend gaan ervaren moeten we hem direct weer aanpassen. Maar uit angst daarvoor de norm niet stellen is het paard achter de wagen spannen.
Andries Laane, Villanova architecten
…
Op 22 Maart 2013 om 13.56 toegevoegd door andries laane
Misvatting? Een gebouw dient inherent gezond te zijn. Als bewoners filters moeten vervangen, installaties moeten inregelen heeft dat uiteindelijk hetzelfde effect als die dichtgezette roosters: slechte luchtkwaliteit. Een auto heeft een APK, de meeste woningen niet. Dat is natuurlijk een kwestie van gedrag, maar dat is heel moeilijk te veranderen.
En helaas is het zo dat in heel veel gevallen het minimumniveau van het bouwbesluit voor ontwikkelaars het maximumniveau is. Maak die eisen dan ook gewoon zo streng als nodig is. Dan voorkom je die onzin van de frisse scholen: we willen A, maar krijgen niet eens geld voor C. Dus voldoet men ook in scholenbouw (waar onze toekomst ligt!) precies aan het bouwbesluit. Alleen als het schoolbestuur de voordelen ziet - hogere resultaten, minder ziekteverzuim (ook bij docenten), en als zij budget kunnen vrijmaken (en niet uit de onderwijsbegroting, dus uit 'eigen zak') kan een hoger niveau worden nagestreefd.
De doelstellingen van Passief (waaronder laag fossiel energiegebruik) zijn prima, maar schrijf als overheid de middelen niet voor, dat houdt innovatie alleen maar tegen. Alsof je bij wet regelt dat elektriciteit alleen in efficiënte gasgestookte centrales mag worden opgewekt. Waar blijven dan de molens, de panelen, en dat wat nog uitgevonden moet worden?
En stimuleer de markt. Waarom wel verschillende bijtellingen bij auto's, en niet verschillende BTW-tarieven bij vastgoed: nul-energie: 0% BTW, slechter dan label A? 21% BTW. Dan raak je opdrachtgevers waar je ze gevoelig zijn: hun portemonnee.
philip sanders zei:
weer een misvatting over passief bouwen: je sluit de woning luchtdicht af, maar niet per definitie dampdicht. als je een [overigens begrijpelijke] aversie tegen folies en plakband hebt kun je ook met dampopen systemen werken. Passief Bouwen gaat uit van een beheersbare luchtverversing, en dat gaat in tegen de gebruikelijke bouwkwaliteit waarin een zeer groot deel van de energie verloren gaat via lekverliezen. Om tot energiebesparing te komen pas je waar mogelijk laag-technologische voorzieningen toe: goede luchtdichtheid, hoge isolatiewaarden etc.
Voor luchtverversing pas je gebalanceerde ventilatie toe: dat heeft een slechte naam sinds Vathorst: maar bedenk wel dat daar gigantische ontwerp- en bouwfouten zijn gemaakt. De eisen uit het bouwbesluit moet je als uiterste ondergrens zien: wenselijk is een niveau dat minstens twee keer zo hoog ligt: een kwestie van de juiste eisen stellen dus. De luchtkwaliteit is zo op een veel hoger niveau te brengen dan door het toepassen van gewone gevelroosters, die toch door de bewoners worden dichtgezet.
Het zou inderdaad veel beter zijn om de huidige EPC overboord te gooien en in het vervolg uit te gaan van de PHPP-berekening.
…
Op 22 Maart 2013 om 20.43 toegevoegd door Gudule Martens
t;De bedrijfsleider of projectleider is eerste verantwoordelijke voor de feitelijke aankoop;De inkoper binnen het productieteam levert zijn bijdrage vanuit zijn inkoopvisie;Proces momenten van belang zijn de volgende fasen met hun specifieke criteria:1. Specificatiefase;2. Selectiefase;3. Aanvraagfase;4. Pijs spiegelfase;5. Onderhandelingsfase;6. Voorbereiding en uitvoeringsfase;
Het inkoopproces begint in de ontwikkelingsfase en eindigt in de nazorgfase;
Vanuit de marktVan groot belang is dat de technische inkoper heel duidelijk weet wat de markt in technische zin en economische zin te bieden heeft en de effecten hiervan duidelijk communiceert binnen de onderhavige projecten en onderneming;
Constant is de inkoper doende de juiste bedrijven en middelen uit de markten te selecteren, let wel binnen een bouwproject is gemiddeld sprake van 130 aankopen (vrij complex!);
Naast projectcontracten heeft elk bedrijf ook jaarcontracten waaruit de projecten kunnen betrekken;
Persoonlijk denk ik dat in de selectiefase bepaald moet worden wat de acties en bijdragen moeten zijn van de verkopende ondernemingen en aan welke criteria ze moeten voldoen;
De inkoper heeft te maken met vele bedrijfstypen met verschillende profielen van verkopers, dit kunnen directeuren, projectleiders, accountmanagers etc. zijn;
Probleemstelling in de bouwbranche (afstemming inkoop en verkoop)Het is niet volkomen duidelijk wat de markt te bieden heeft;De specificatie schiet vaak te kort (aspecten naar product, materieel, planning, voorwaarden etc.);De juiste bedrijven worden niet uitgeselecteerd wat aanleiding geeft tot vele problemen;Aanbiedingen van leveranciers komen niet of te laat binnen en zijn incompleet, deze zijn door het verkopende bedrijf niet juist behandeld;Veel prijsspiegels zijn onvoldoende uitgewerkt, dit geeft vaak aanleiding tot veel misverstanden en verkeerde keuzes;Er wordt niet onderhandeld met de juiste personen van de verkopende onderneming wat aanleiding is voor een niet optimaal resultaat;Contracten worden te laat, incompleet en te uitgebreid uitgewerkt, dit geeft weer veel spanningen in de uitvoeringsfase;Opdrachtbevestigingen van leveranciers kloppen lang niet altijd wat een resultaat is van het feit dat in de voorfasen niet optimaal gewerkt wordt;Etc.
Op grond van bovenstaande aspecten die nog maar een klein deel van alle vraagstukken binnen de bouwbranche aangaan is het natuurlijk nodig dat door professionele mensen die een goed onderling betrekkingsniveau hebben de zaken worden opgepakt.
Bovenstaande geldt natuurlijk voor de inkoper en verkoper willen ze tot een goed resultaat kunnen komen waarbij ze wederzijds op elke gestelde vraag een goed antwoord hebben.
Van groot belang dat de mensen onderling elkaar goed begrijpen en dat alle onderlinge afspraken goed nagekomen worden!
Sprake van samenwerkingNieuwe thema’s toegepast worden zoals Lean bouwen, Bim, transparantie, vertrouwen, ketenintegratie etc,
De inkoper moet van alle aspecten binnen de bouwbranche verstand hebben, de verkoper kan zich richten op zijn specifieke producten.
Een spanningsveld tussen de inkoper en verkoper is dat de inkoper zijn vraag moet onderbrengen binnen een vastgesteld budget terwijl de verkoper een gehele markt tot zijn beschikking heeft!
De definitie van de laagste prijs is die prijs waarvoor de leverancier de meeste waar geeft!
Inkoop binnen de bouwonderneming is een thema wat complex is en sterk bepalend voor het technische en economische eindresultaat van bouwprojecten.…
Op 18 April 2013 om 16.59 toegevoegd door Andre Letsch