eval kan ik mij toepassing dampopenfolie wel voorstellen, maar vooral al vocht bescherming. Bij een dampopen constructie zal er echter wel veel aandacht moeten zijn voor het afvoeren van vocht uit het pakket. Of je bij buitentoepassing dus luchtdicht moet zijn vraag ik mij af.
Vergelijk schapenwol cellulose gaat niet op! Cellulose in een dampopen HSK buitenwandconstructie is zover ik weet geen optie! Sterker nog dit dient dampdicht uitgevoerd te worden.
Dat schapenwol duur heet te zijn, blijft me verbazen. In Duitsland wordt het op grote schaal toegepast, overigens voor een heel groot deel afkomstig van een Nl. fabrikant, die op de Nl. markt niet actief aan promotie doet. Probleem is m.i. de tussenhandel. Carl-peter Goossen zei:
@pascal
OSB is wel luchtdicht, je moet de naden afplakken. Daarnaast is OSB wel dampopen. We hebben dat ook getest. We hebben een luchtdichtheid gehaald van Qv10 0,05 l/s/m2 dat is 3 x beter dan van een passiefhuis wordt verlangt.
@pascal
Vocht opnemen en afstaan is belangrijk als de "tochtdichtheidklasse" niet goed is. Bij een luchtdichtheidsklasse 1 wordt nog steeds 1,5 x per uur je lucht ververst door infiltratie. Uit onderzoek van Nieman blijkt dat de gemiddelde nieuwbouwwoning 4x per uur de lucht ververst wordt door infiltratie. Dan is het niet zo gek dat je door weersinvloeden (zomer winter) een buffering nodig heb voor vocht.
Bij een goede luchtdichtheid 0,15 l/s/m2 en een balansventilatie dmv. tegenstroom WTW kan de ventilatie beter werken en zal de vochthuishouding genivelleerd worden. Zomers minder vocht, s'winters meer vocht. net als de temperatuur.
Natuurlijke materialen als schapewol is echt perfect maar ook duur. Met cellulose (kranten vlokken) wil ik een kanttekening zetten. Er zit nog steeds een katalysator in voor insecten en voor brand. Zoiets als boorwater of boorzuur. afgelopen jaar waren we in Innsbruck bij passiefhuis congress daar waren ze aan het experimenteren met aluminium tryoxide (stabiel product die ook in bijna alle kunststof zit)
@erik
Misschien moeten luchtdichtheidsklasse anders benoemen: tochtdichtheidsklasse dat doet beter recht aan waar je mee bezig bent, of infiltratieklasse.
Wij hebben dat toegepast in de wanden van de veldhuizerschool. Voor het dak hebben we gebruik gemaakt van 40 cm glaswol en aan de onderzijde een intelligente folie met een Ud van 10 in de zomer en een Ud van 0,25 in de winter. Dit omdat er ook een sedum dak aanwezig was waarbij het idee van @fred niet opgaat.
…
, maar vanzelfsprekend is dat niet de mate van dampopenheid die hier bedoelt wordt. Hoe groot de dampopenheid van het materiaal moet zijn verschil per constructie en van de lokale omstandigheden. Om deze reden verdient het de aanbeveling om 1 zijde (meestal de onderzijde) daarom vrij te laten.
Dan is een houten vloerconstructie kier open. Veel isolatiematerialen pretenderen 100% kierdicht te zijn. Vaak is dat ook direct na applicatie zo echter na enige tijd ontstaat er door krimp, veroudering en beweging van de constructie en leidingen, toch weer kieren waardoor er lucht vanuit de woning de kruipruimte wordt ingetrokken. Het mag duidelijk zijn dat de lucht in de kruipruimte vervuilt is met vocht, schimmelsporen en diverse gassen veroorzaakt door micro-organismen en of uitwaseming van bouwmaterialen. Dat willen we niet de woonvertrekken inwerken.
Houten vloerconstructies zijn gevoelig voor vocht. Het is daarom prettig om de vloer en balkenconstructie visueel te kunnen inspecteren. Bij veel isolatiesystemen is dat onmogelijk. Ook dient de kruipruimte bereikbaar te blijven voor onderhoudswerkzaamheden aan leidingen etc. Ook dit is bij veel isolatiesystemen een groot probleem doordat zij of te veel ruimte innemen of te kwetsbaar zijn.
PUR is niet voldoende dampopen om veilig rechtstreeks gespoten te kunnen worden. Om deze reden is er ook een PUS systeem dat tegen een net, wat onder de vloerconstructie is gespannen, wordt gespoten. Ventilatie wordt dan tussen de pur en de vloerconstructie gemaakt door ventilatieopening naar de woonruimte te maken. Visuele inspecties zijn niet mogelijk.
Tonzon folie werkt, mits goed aangebracht. Tonzon folie is erg kwetsbaar bij betreding van de kruimruimte waardoor bij leidingwerkzaamheden het isolatiesysteem al snel kapot gaat. Het Tonzon systeem vult ook het grootste deel van de kruipruimte op, isoleert de balken vaak niet mee en maakt visuele inspectie ook onmogelijk.
De verschillende Bodemisolatiesysteem voldoen goed. De vloer blijft inspecteerbaar, de kruipruimte blijft bij de meeste systemen begaanbaar en de isolatiewaarde is voor de opdrachtgever ook zelf te bepalen door te variëren met de dikte. Ook bij bodemisolatie wordt de vloer niet kierdicht gemaakt. Dat is echter ook niet nodig (en op langere termijn ook onmogelijk)aangezien de oppervlakken waar micro-organismen bevinden en uitwaseming optreed, wordt afgesloten. Met krijgt dus een schone droge warme luchtkolom in de kruipruimte.
Ventilatie blijft in alle gevallen noodzakelijk indien er gasleidingen in de kruimruimte aanwezig zijn.
Bij toepassen van bodemisolatie kan men de hoge ventilatievoud van 1,2 terug brengen naar 0,3. Dit omdat er geen vocht meer verdampt wat moet worden afgevoerd en het kruipruimte luchtvolume verversen van 0,3 maal per uur voldoende is om eventuele kleine gaslekkage af te voeren.
Dat er warmteverliezen zijn door ventilatie is een feit! Echter deze verliezen zijn slechts procentueel en worden ruimschoots gecompenseerd door de veer grotere isolatiedikte van Bodemisolatiesysteem. De opmerking van Jan Bovenlanden snijd daarom ook geen hout, naar mijn bescheiden mening.
Succes!
…
Op 22 November 2012 om 11.22 toegevoegd door Frank Koster
I. Ang zei:
"De" architect is NIET de aangewezen persoon om "De Bouw" te regelen, evenmin als een ander persoon dat kan zijn........Het gaat m.i. om de volgende preciseringen:
- De architecten functie is de belangrijkste bouwprocesfunctie om integrale gebouwkwaliteit (de samenhang in gebruiks-, economische- en technische kwaliteit) te kunnen waarborgen, omdat:
- Het architectonische concept het eerste prototype in de vroege fasen van het proces is van het gerede gebouw, waardoor dus de samenhang der delen in zicht gebracht wordt en omdat:
- Integrale kwaliteit uitsluitend bestuurd kan worden vanuit deze samenhang.
- De coördinatie van het bouwproces moet dus vanuit dit besturingsmechanisme worden ingericht, onder verantwoordelijkheid van de partij die de financi¨le en economische verantwoordelijkheid van het eindresultaat draagt.
Daarnaast zijn er enkele essentiële factoren waaraan bouwkwaliteitsborging ten grondslag ligt:
- De soort van opgave en de keuze van de architect (cq. groot of klein, gespecialiseerd of willekeurig architectenbureau),
- De ambitie van de opdrachtgever en de keuze van de architect,
- De (vanuit economische en organisatorische motieven) verkozen bouwcontractvorm (traditioneel proces waarbij ontwerp en bouw is gescheiden, of geïntegreerd waarbij ontwerp en bouwuitvoering als 1 product gekoppeld zijn, met ev. onderhoud/financiering/exploitatie naar keuze erbij).
- In het traditionele proces is de architect van nature de procesleider namens de opdrachtgever (vertrouwensman/vrouw), en zijn de risico's op bouw- en ontwerpfouten in het algemeen voor rekening van de opdrachtgever.
- In geval van geïntegreerde contractvormen blijft de architectenfunctie de enige die integrale kwaliteit kan waarborgen, maar kan de rol van de architect in het proces niet leidend zijn, omdat de economische risico's van het eindresultaat (zoals ongewenst hoge exploitatiekosten, onderhoudskosten, energiekosten, gebruikskosten etc) niet op hem kunnen worden verhaald, en in handen zijn van de procespartij die het totaalresultaat heeft aangeboden en dus het totale financieel-economische projectrisico draagt.
- Dee procespartij doet er dus goed aan de architect deze juiste rol in het proces te geven en zijn aanbevelingen terzake te volgen tenzij daarmee concrete projectrisico's Worden gelopen; en dan beslist dus de partij die het totaalrisico draagt.
Samenvattend kan de vraag of "de architect de aangewezen persoon is om de bouw te leiden" niet eenduidig beantwoord worden......en mocht iemand dat toch doen, dan leidt elk antwoord m.i. tot een eindeloze discussie vanuit allerlei tegengestelde belangen van partijen in het bouwproces.
…
Er zijn goede alternatieven voor de meest gebruikte traditionele verfsoorten. Op hout is dit bijvoorbeeld lijnolieverf. Op binnenwanden is dit bijvoorbeeld leemverf. Nu ken ik maar heel weinig bedrijven die actief bezig zijn met alternatieven. (los van de specifieke leveranciers natuurlijk)
Een van de zaken die hierin volgens mij meespeelt is gebrek aan kennis.
Hoe zit het eigenlijk met de vervuiling of slijtvastheid van bijvoorbeeld die leemverf?
Welke alternatieven zijn er voor binnenwerk die wat meer aan vocht of vervuiling onderhevig zijn?
Welke alternatieven zijn er voor buitenwanden (beton en steenachtige materialen)?
Zijn er eigenlijk wel goede alternatieven die én lang cyclisch zijn én zoveel mogelijk VOS-vrij én zo veel mogelijk opgebouwd zijn uit biologisch afbreekbare stoffen (zo min mogelijk chemicaliën) en dan ook nog eens slijt- en vuilvast? Of moeten er toch op 1 of meerder fronten consessies worden gedaan, en op welke dan?
Verder wordt er door de bank genomen vooral automatisch met de traditionele verfsoorten gewerkt. Nu weet ik dat ‘men’ in de bouw erg traditioneel is, "we doen het altijd al zo". Toch is dit vast niet de enige reden dat met name de tradidionele verfsoorten worden gebruikt. Is het dan de prijs (lijnolieverf is iets duurder op korte termijn), het korte termijn denken (van zowel schildersbedrijven, adviseurs als opdrachtgevers) of iets anders?…
Deze week maken we kennis met Jos Lichtenberg. Jos is onder meer Hoogleraar Productontwikkeling aan de TU Eindhoven, faculteit Bouwkunde. Bovendien is Jos voorzitter van de Stichting…
Op 9 Januari 2010 om 10.31 toegevoegd door Michel Eek
ing moet door eigenaren van gebouwen voor die tijd verwijderd zijn. De gevolgen zijn dus groot en dienen zich al eerder aan dan in 2024.
Verbod op asbestdaken moet risico aanpakken Het verbod moet mens en milieu verdergaand beschermen tegen de gezondheidsrisico’s die blootstelling aan asbest met zich mee kan brengen. 'We moeten dit risico serieus nemen en aanpakken. Ik wil voorkomen dat mensen worden blootgesteld aan asbestvezels. Recente branden waarbij asbestdeeltjes in woonwijken terechtkwamen, onderstrepen de noodzaak van een verbod', aldus Mansveld. Het opruimen van die verspreide asbestdeeltjes zorgt bovendien voor hoge kosten.
Eigenaren asbestdaken zelf verantwoordelijk voor verwijdering asbest Het verbod beperkt zich tot het asbesthoudend materiaal dat in contact staat met de buitenlucht, bijvoorbeeld in golfplaten en dakleien. Ruim driekwart van deze asbestdaken is te vinden in de agrarische sector. Eigenaren van asbestdaken zijn zelf verantwoordelijk voor het verwijderen van asbest. Er komt hiervoor komt per 1 januari 2016 een subsidieregeling. Hiervoor is minimaal €75 miljoen beschikbaar.
Asbest in gebouwen, zoals asbesthoudend dakbeschot of isolatiemateriaal dat onder de dakbedekking zit, wordt niet verboden. Het verwijderen van asbest moet zorgvuldig gebeuren. Er geldt een plicht om gebouwen die zijn gebouwd voor 1994 te inventariseren op asbest, voorafgaand aan een verbouwing of sloop.
Hoe kijkt de bouw naar dit besluit?
De meningen van de bouwprofs over het besluit om asbestdaken te verbieden zijn wisselend. Herman Govaarts, eigenaar van Verstandvantpand.nl zegt: "Het is mooi gezegd maar nog lang niet voor elkaar. Er zal eerst nog veel georganiseerd dienen te worden wil men niet draagkrachtige eigenaren dat gaan verplichten. Het is immers door de overheid destijds goedgekeurd en aangeprezen als slijtvast bouwmateriaal, en dus aan hen de taak ook hier sociaal mee om te gaan. Van de opgestapelde problemen in Groningen zou men al veel lering kunnen trekken. Hopelijk is die wil er, en kan een goed onderbouwd plan van aanpak worden gerealiseerd waarmee de minder draagkrachtige eigenaren geholpen worden."
Henk den Braber van Bouw- en aannemingsbedrijf Wulverhorst ziet in dit besluit meteen een goede gelegenheid om de stimuleringsregeling Asbest eraf, zonnepanelen erop voor agrariërs te verlengen. "Nu loopt de mogelijkheid voor aanvragen tot 1 september dit jaar. Dan snijd het mes milieutechnisch aan twee kanten." zegt Den Braber. Bovendien wordt een groot deel van de asbestsubsidies op dit moment niet benut. De verwachting is dat dit snel zal veranderen nu het asbest besluit definitief is geworden.
Frits van Voorst is beleidsmedewerker bij de gemeente Nunspeet. Frits ziet een stevige uitdaging met betrekking tot controleren en handhaven na 2024. Ook zet hij vraagtekens bij dit besluit. Van Voorst: "Enerzijds vermoed ik dat de komende 10 jaar de meeste daken in Nederland wel geïsoleerd zullen zijn en daarbij wordt normaal gesproken de asbest beplating ook verwijderd. Anderzijds is asbest ongevaarlijk zo lang je het maar met rust laat: wat is de noodzaak om het te verwijderen vóór het natuurlijke moment van isolatie of vernieuwing van het dak?"
Hoe kijk jij als bouwprof naar de beslissing om per 2024 asbestdaken in Nederland te verbieden? Welke kansen en uitdagingen zie jij?…
Op 2 Maart 2015 om 15.57 toegevoegd door Michel Eek