Vertraging van bouwprojecten is volgens het CDA onwenselijk gezien de huidige problemen in de bouwsector.
CDA-Kamerlid Ger Koopmans eist snel opheldering van minister Huizinga (VROM). Zijn zorgen zijn ingegeven door een nieuwsbrief die het ministerie van VROM in juni verspreidde. In de nieuwsbrief stelt het ministerie dat de procedures van projectbesluiten waarvoor op 1 oktober nog geen bouwvergunning (eerste fase) is verleend opnieuw moeten. Zonder een dergelijke bouwvergunning is een projectbesluit namelijk niets waard. Door de komst van de omgevingsvergunning per 1 oktober verdwijnt echter de afzonderlijke bouwvergunning.
Omdat er geen overgangsregeling is, betekent dit volgens VROM dat voor de activiteit opnieuw, maar dan met een omgevingsvergunning, toestemming moet worden verleend.
Koopmans wil van Huizinga weten of er bouwprojecten zijn die hierdoor vertraging oplopen. In zijn ogen zou dat onwenselijk zijn zeker ‘gezien de huidige problemen in de bouwsector’.
Dat juridische procedures opnieuw doorlopen zouden moeten worden, vindt hij vreemd. Koopmans wil dat Huizinga de vragen snel beantwoordt zodat eventuele problemen voor 1 oktober kunnen worden aangepakt.
BouwProfs is benieuwd naar uw mening waar nu eigenlijk de oorzaak ligt van deze problematiek. Zijn het de banken die hun afspraken niet nakomen jegens de overheid? Komt het doordat de gemeenten de bijdrage voor de exploitatie van bouwprojecten niet meer willen of kunnen betalen aan coöperaties? Of liggen er andere problemen ten grondslag aan deze situatie? En hoe realistisch acht u de kans dat bouwprojecten zometeen substantieel vertraagd gaan worden?