BouwProfs

De bouw online verbonden.

Een rijtjeswoning heeft in de afgelopen 30 jaar een inhoud gehad van 300 m3. Nu stuurt de gemeente een nieuw overzicht met objectkenmerken gebaseerd op NEN 2580. In dit nieuwe overzicht is de inhoud van de woning 284 m3. Hoe kan dit?

Weergaven: 4050

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Oppervlakte of inhoud?

NEN 2580 gaat over oppervlakte definities, daarbij wordt er vanuit de NEN veel niet meegenomen in die officiele oppervlakten. Daarnaast hebben we verschillende soorten oppervlakten, ik neem aan dat het gaat om Gebruiksoppervlak? Zie daarover op: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:NEN_2580.JPG

er is een fout vermoedelijk gemaakt bij één van beide berekeningen. Het komt vaak voor dat bij het bepalen van de inhoud de begane grondvloer niet wordt meegenomen: dat dient volgens de NEN 2580 wel te gebeuren. daarentegen wordt de kruipruimte niet tot de inhoud gerekend. als de begane grondvloer een bruto oppervlak heeft van ca 53 m2 zit het verschil vermoedelijk hierin.

Bij meten van oppervlakten en inhouden onstaan er vaak misverstanden en zijn er interpretatieverschillen. Onderstaand is een meetinstructie weergegeven opgesteld door de NVM om hier enige eenduidigheid in te krijgen. Wellicht biedt dit een houvast om tot  de juiste inhoud te komen

NEN 2580 Meetinstructie bruto inhoud woning

(Meetinstructie Gebruiksoppervlakte voor zelfstandige woningen, achter de voordeur door NVM opgesteld naar aanleiding van uitzending TROS RADAR van 8 februari 20100

 

Hieronder kunt u lezen hoe u in enkele stappen uw woning kunt opmeten. Let op: voor een daadwerkelijke meting dient de “Meetinstructie bepalen bruto inhoud woningen volgens NEN 2580” gehanteerd te worden. Om de stappen overzichtelijk te houden zijn niet alle details van de Meetinstructie overgenomen.

Stap 1
Meet per bouwlaag het bruto vloeroppervlak van de woning langs de buitenkant gemeten. Dus inclusief alle binnen en buitenmuren. Woningscheidende muren voor de helft (uw deel).

 

Stap 2
Meet de hoogte van de bouwlaag vanaf bovenkant vloer tot bovenkant vloer van de volgende bouwlaag. Is de dikte van de vloer niet te bepalen, hou dan 30 cm aan.
Onderste bouwlaag: tel 40 cm (voor de vloer) op bij de gemeten hoogte
Bovenste bouwlaag met plat dak: Dak voor 25 cm meetellen.
Bovenste bouwlaag met kapconstructie: zie stap 4.

 

Stap 3

Vermenigvuldig per bouwlaag de uitkomsten van stap 1 en stap 2 met elkaar

Stap 4
Indien sprake is van een regulier zadeldak of lessenaarsdak wordt de inhoud van het gedeelte onder de schuine kap berekend door de bruto vloeroppervlakte van dit deel te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de laagste en de hoogste hoogte. Bij het bepalen van deze hoogten wordt gemeten vanaf de vloer tot aan de (nok)balk. Bij de gemeten hoogte wordt 30 cm. opgeteld voor de erboven gelegen balk tot en met het dak (de nok) van de woning. Voer eventuele correctie uit voor dakkapellen etc. Indien sprake is van een complexere dakconstructie, verdeel de bruto vloeroppervlakte in zodanige delen dat op basis van een gemiddelde hoogte op overeenkomstige wijze gerekend kan worden.

Stap 5 Tel de diverse verdiepingen bij elkaar op en u heeft de bruto inhoud.
Attentie
• Inpandige garages en bergingen meetellen.
• Overdekte gebouwgebonden buitenruimten meetellen.
• Niet overdekte gebouwgebonden buitenruimten tot een hoogte van 150 cm.

Elke norm wordt om de 5 jaar geëvalueerd. Ook de NEN 2580. De uitgave uit 1991 is in 1997 herzien.

De laatste herziening van NEN 2580 is uit 2007 met een corerctieblad uit 2008. In het voorwoord van de NEN 2580:2007 staat een overzicht van alle wijzigingen. Ik kan mij heel goed voorstellen dat deze wijzigingen een verandering op de uitkomst hebben van 5%. Aardig zou het zijn om zowel de oorspronkelijke berekening van voor 1991, de berekening uit 1991 en de nieuwe berekening (van nu) naast elkaar neer te leggen. Daarmee komen de verschillen boven tafel. Of die terecht zijn zou dan met de normcommissie bediscussieerd behoren te worden.

Ja Martijn zo zie je aan het antwoord van Joes en zijn 'meetinstructie' die in grote lijnen overeenkomt met NEN2580 dat het een kwestie van meten, rekenen en interpreteren betreft.

Omdat NEN 2580 onderscheidt maakt tussen overdekte en niet overdekte buiten ruimten in oppervlakte zal je hier ook expliciet in moeten zijn voor de bruto inhoud. Daarnaast behoeven ingewikkelde dakconstructies en al of niet meegerekende vides en trappenhuizen natuurlijk ook de nodige aandacht in de berekeningen.

Daarom zal je door, onder andere andere uitgangspunten in bruto hoogten te hanteren, meestal 'grote' verschillen in m3 opmerken.

Antwoorden op discussie

RSS

Wie zijn lid van BouwProfs?

© 2024   Gemaakt door Michel Eek.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden

Google+