Deze week maken we kennis met Jos Lichtenberg. Jos is onder meer Hoogleraar Productontwikkeling aan de TU Eindhoven, faculteit Bouwkunde. Bovendien is Jos voorzitter van de Stichting Slimbouwen.
Wie is Jos Lichtenberg?
Ik ben van 1951 en mijn hele professionele loopbaan bezig met bouwinnovatie. Eerst sinds 1976 in de industrie (Rockwool, DSM), sinds 1984 als adviseur en vanaf 2003 ook als hoogleraar Productontwikkeling aan de TU Eindhoven, faculteit Bouwkunde.
Momenteel besteed ik 3 dagen (+) per week aan onderzoek en onderwijs aan de TU/e en 2 dagen (+) aan Inno-Experts BV te Eindhoven waar ik samen met een inspirerend team industriële bedrijven, projectontwikkelaars en gemeenten help met innovatiestrategie, productontwikkeling, gebiedsontwikkeling, veranderingsprocessen, implementatie van duurzaamheid en gebouwen volgens het Slimbouwen principe te ontwikkelen.
Daarnaast ben ik o.a. voorzitter van de stichting Slimbouwen (zie
www.slimbouwen.nl) en hoofdredacteur van het vakblad BouwIQ.
Welke specialisaties heb je?
Eigenlijk valt alles onder het begrip ‘innovatie’ en dan met name zo niet uitsluitend in en voor de bouwsector. Innovatie is breed en heeft met veranderingsprocessen te maken. Zo help ik nu met mijn collega’s bij Inno-Experts gemeenten met de implementatie van duurzaamheid in bestemmingsplannen, de toepassing van Slimbouwen in bouwprojecten, maar ook industriële bedrijven met het aanpassen van de producten portfolio alsmede de realisatie van nieuwe producten.
Hoeveel jaar werk je inmiddels in de bouw?
Sinds 1976, dus inmiddels bijna 34 jaar.
Wat was jouw eerste (bij)baan(tje)?
Mijn eerste baantje was vakantiewerk bij een rubberverwerkende industrie. Ik heb als vakantiewerker later ook nog een carrière als postbode (destijds nog de PTT) gemaakt.
Na mijn afstuderen heb ik een half jaar Jo Coenen ondersteund bij de opbouw van zijn bureau en met name de bouwtechnische invulling. Mijn eerste echte baan was bij Rockwool.
Wat was de grootste mazzel uit jouw carrière?
Eigenlijk dat ik altijd door mijn omgeving enorm ben gesteund en gestimuleerd. Eerst door mijn ouders, later door mijn vrouw en kinderen. Het klinkt als een open deur, maar zonder die support hou je het bestaan als workaholic echt niet vol. Workaholic klinkt overigens wat negatief, je kunt ook stellen dat ik erg veel plezier vind in mijn werk. Ook dat zou je mazzel kunnen noemen.
Wat was je grootste blunder in het vak?
Eigenlijk valt dat wel mee. Natuurlijk zeggen we allemaal wel eens iets op het verkeerde moment, maar ik heb in alle eerlijkheid weinig spectaculairs te melden op dat gebied. Ik heb wel eens op het verkeerde moment belangen verkocht of een product te vroeg in de markt gezet. Biblos was een databank voor de bouwwereld. Dat was ca. 1990. In die tijd was het World Wide Web nog niet geboren en was een modem nog iets nieuws. Biblos heeft tonnen gekost zonder resultaat. Is dat een blunder? Het was wel een misrekening, maar dat is achteraf altijd makkelijk. Bovendien hoort ook dat bij het vallen en opstaan proces. Terugkijken helpt om ervan te leren, verder niet. Gedane zaken nemen geen keer.
Wat is je grootste vakprestatie?
Door een promotie die ik in 2002 heb afgerond over succes en faalfactoren bij productontwikkeling in de bouw ben ik anders gaan kijken naar de bouwkolom. Daaruit is het Slimbouwen geboren waarmee ik nu wel wat erkenning geniet. In dat kader zijn ook producten ontwikkeld waar ik trots op ben en inmiddels adopteert de markt de Slimbouwen uitgangspunten steeds vaker. Natuurlijk is de aanstelling als hoogleraar in Eindhoven ook een erkenning. In zichzelf geen prestatie, die ligt ervoor. Het is eerder een soort oeuvre prijs.
Wat deed je als je dit werk niet deed?
Dat weet je nooit zeker, maar tijdens mijn middelbare schooltijd had ik iets met het hotelwezen en koken. Ik wilde naar de Hogere Hotelschool. Nog steeds vind ik koken erg leuk, ook al neem ik er te weinig tijd voor, maar destijds kwamen er ook andere opties voorbij. Wiskunde, Fysica en Sterrenkunde in Utrecht trokken mij ook, maar het beroepsperspectief beviel me niet. De verleiding om bouwkunde te gaan studeren lag vooral in de Stedenbouw en planologie. Binnen een jaar was dat beeld weer bijgesteld en studeerde ik richting Architect en tijdens het afstuderen (het Doctoraal, tegenwoordig de Master ) ontwikkelde zich mijn belangstelling voor productontwikkeling. Ik had dus kok kunnen zijn, maar ook Sterrenkundige of Stedenbouwer/Architect.
Wie is de beste in jouw vakgebied?
Dat is een lastige vraag. Ik denk dat ik productontwikkeling en innovatie op mijn eigen wijze invul en dat ik met de Slimbouwen visie ook iets wezenlijks bijdraag, maar ik heb alleen al in Nederland diverse collega’s die weer elk op hun manier en met hun visies bijdragen in de vooruitgang. Er is ook niet een soort schaal om dat te kunnen meten. Ik kijk natuurlijk altijd naar bepaalde skills die anderen nadrukkelijk hebben. Zoals Delft collega Mick Eekhout een man met een ongelooflijke output, maar ook Inno-Expert collega Harm Boomsma met zijn inlevingsvermogen bij nieuwe uitdagingen of het talent om publiek aan je lippen te krijgen en te houden van Delft collega Hennes de Ridder. Maar ik wil ook niet vals bescheiden zijn, ik zit wel in de kopgroep denk ik. In ieder geval heb ik al erg veel projecten gedraaid en haal ik een hoge succes score.
Wiens baan zou jij absoluut niet willen?
Ik zou bijvoorbeeld geen bestuurder willen zijn met te veel afstand tot het podium waarop het gebeurt. Ik wil kort bij het vuur zijn en een inhoudelijke bijdrage leveren. Ik kick ook niet op macht. Wel op erkenning of gezag op basis van inhoud. Op Balkenende (om maar eens een willekeurig iemand te noemen) ben ik bijvoorbeeld niet jaloers en ook veel ambtelijk werk heb ik nooit geambieerd. Juridisch werk of finance trekt me ook niet.
Als Jos Lichtenberg een merk zou zijn, hoe zou jij jezelf dan omschrijven?
Ik denk dat het trefwoord ‘Bouwinnovator’ is. Als ik die erkenning niet krijg heb ik verder weinig in de aanbieding, want dat is wat ik mijn hele carrière heb gedaan. Slimbouwen is daar een uitvloeisel van en al een merk dat sterk aan mij verbonden is. Daar kan ik mij ook goed mee identificeren.
Naast wie wil jij in het vliegtuig zitten en waarom?
Ik zou denk ik kiezen voor een invloedrijk politicus. De minister van EZ of VROM. Ik hoop dat het een lange reis is, want dan zou ik de kans krijgen om mijn visie op bouwinnovatie, de maatschappelijke impact daarvan en de ideeën over een aanpak uitgebreid kunnen toelichten. Ook nu krijg ik wel uitnodigingen van politieke partijen , tweede kamer delegaties of topambtenaren van ministeries om mijn verhaal te vertellen, maar het is vaak plichtpleging, veel te kort en bovendien met veel ruis omdat er meerdere onderwerpen en zenders aan de orde zijn. Ik vraag mij dan altijd af wat het effect van die inspanning is.
Van welke netwerken ben jij naast BouwProfs lid?
Voor je het weet twitter en netwerk je de hele dag. Ik ben dus selectief actief en in elk netwerk weer op een andere wijze. Toch loopt het aardig op al. Met o.a. EPG-netwerk, Booosting, BouwIQ netwerk, Slimbouwen en NVTG voel ik mij betrokken. Zeer interessant en nieuw is het Bouw Innovatie Partnership (BIP) een verzameling van bottom-up innovatie initiatieven met als kenmerk dat ze project overschrijdend zijn en op samenwerking gebaseerd (niet slechts aan een bedrijf gekoppeld). Het BIP wil inhoudelijk van zich laten horen om wat voor elkaar te krijgen in dit land. Let maar op. Verder zijn er allerlei interessante wetenschappelijke netwerken via bijvoorbeeld het internationale congrescircuit. Het is inspirerend om juist met buitenlanders te communiceren. In elk land gaat het toch weer even anders en dat levert veel ideeën op.
Wat irriteert jou het meeste in het vak?
Bla bla types. Die hebben geleerd dat ze hun gebrek aan kennis kunnen compenseren door hard te blazen en op de juiste plekken aan te pappen. Wat me daarbij vooral irriteert is dat die er ook nog in slagen om aandacht te krijgen en de middelen die jou enorm hadden kunnen helpen binnenslepen en vervolgens verkwanselen. Hun succes is nooit duurzaam, maar je hebt er wel last van, met name omdat het er relatief veel zijn. Ze zitten overal, o.a. in de politiek en het niveau daaronder, zoals allerlei praatclubjes, intermediaire organisaties die de bouw moeten representeren terwijl die in zijn verdeeldheid niet eens integraal gerepresenteerd kan worden. Dat is bij voorbaat al kunstmatig. Ik snap niet dat de overheid dat niet begrijpt.
Wat denk je dat collega's van je vinden?
Ik luister natuurlijk selectief en vergroot de complimenten uit, maar over het algemeen denk ik wel dat er respect voor mijn aanpak en werk is. Anderzijds, hoezeer schouderklopjes ook prettig kunnen zijn, het is niet wat mij primair drijft. Ik doe het op basis van een geloof in resultaat en wat ik denk dat goed is. Op de TU is dat vooral maatschappelijk gestuurd, bij Inno-Experts wegen de belangen van de opdrachtgever natuurlijk zwaar mee.
Vertel eens iets verrassends over jezelf?
De collega Bouwprofs zien je altijd in je zakelijke rol. Thuis in mijn woonplaats, een prachtig Limburgs dorpje, ben ik lid van een muziekgezelschap. We spelen klassieke werken, maar ook Zuid-Amerikaans, Jazz en zelfs Pop en Rock. Ik pingelde als tiener al op een gitaar, maar ben pas als midden veertiger muziekles gaan nemen. Op you-tube zijn overigens verschillende opnames te vinden van een evenement ‘Rocknach’, dus zonder t. Je vindt mij daar op de achterste rij in de trombonesectie. Muzikaal ‘slechts’ een ondersteunende rol, maar ik ben er best trots op.
Hoe zie jij de bouw in de toekomst?
Ik kijk even naar de wat langere golfbewegingen. De crisis van nu sla ik daarom over. Er zijn echter ook daarna veel veranderingen op komst die het evenwicht gaan verstoren. Tot nu toe reageerde de bouw altijd langzaam omdat de complexe versnipperde bouwkolom de nodige innovatieweerstanden in zich herbergt. Het ging bovendien ‘slechts’ over meer succes en kansen en dat is prettig, maar het moet niet perse. De bouwsector regelde daarmee het veranderingstempo zelf.
Inmiddels staan de rendementen zwaar onder druk en tegelijkertijd komen er maatschappelijk gestuurde dwangmatige veranderingen op ons af. Denk maar aan de komende energieschaarste en prijsstijgingen waardoor gebouwen straks (al binnen 10 jaar) energieneutraal, liefst energieleverend moeten zijn. Nu neuzelen we nog over een EPC aanscherping van 0,2. Denk ook aan de komende materiaalschaarste en de totaal andere benadering van ontwerpen en bouwen die dat met zich mee gaat brengen, de vergrijzing van de markt en de oplossingen die de bouw kan aanreiken in het extramuraliseren van de zorg, de krimp, de nieuwe woningnood (we bouwen te weinig en we zorgen onvoldoende voor de bestaande voorraad), het aanpakken van de onrendabele top, en ga zo maar door.
Op zich buitengewoon zorgelijk want de bouw heeft geen groot innovatief vermogen en geen R&D cultuur. Natuurlijk kunnen bedrijven als Inno-Experts en collega’s bijspringen, maar zijn er tegen die tijd voldoende experts om de vraag aan te kunnen? Een groeiende vraag is nu al merkbaar, maar de echte vraagexplosie is te verwachten ergens tussen 2015 en 2020.
Het mooie van veranderingen is dat het een shake-out tot gevolg heeft. Diegenen die zich niet voorbereiden en mee innoveren vallen af en de betere bedrijven met visie blijven over. Daarmee kun je dan wel ook de internationale concurrentie beter aan.
Kan je jouw mening geven waar jouw specifieke vakgebied zich naar toe ontwikkelt?
Met de beantwoording van de vorige vraag is impliciet duidelijk dat er grote uitdagingen voor innovators en productontwikkelaars liggen. Ik probeer er voldoende op te leiden in Eindhoven zodat de BV Nederland de storm straks aan kan. Of dat op tijd is? Productontwikkeling is een multidisciplinair vak en een jaar of vijf praktijkervaring is ook nodig om volwassen inzetbaar te zijn. Hoe dan ook, productontwikkeling en R&D komen beslist steviger op de kaart te staan. Ik voorspel dat daarbij ook visies als Slimbouwen als leidraad zullen dienen om tot samenhangende en onderling versterkende innovatie te komen.
Met welke productontwikkeling hou jij je momenteel bezig?
Ook bij mijn projecten staat Slimbouwen centraal. Op de TU/e voeren we een beleid om vernieuwing bijv. via start-ups te stimuleren. Dat is binnen mijn leerstoel al het geval m.b.t. o.a. een topvloersysteem, een funderingsconcept gericht op efficiëntie (twee afgestudeerden) en sinds kort twee afstudeerders die hun emplooi als ondernemer zoeken in het Slimrenoveren. Alle drie geboren vanuit het Slimbouwen onderzoek.
Bij Inno-Experts zijn we voor een klant met industrieel bouwen bezig en voor een paar ontwikkelaars met Slimbouwen (o.a. in park 2020 in de gemeente Haarlemmermeer) en voor gemeentes met gebiedsontwikkeling. Voorts met een zogenoemd Media-klimaat gevel concept i.s.m. een bedrijvencollectief en samen met AFL uit Heerlen een renovatieconcept ‘Comfort+’. MAT afbouw en Janssen de Jong voeren in opdracht van Corporatie Servatius in Maastricht nu een eerste Comfort+ project uit waarbij ruim 57 woningen worden teruggebracht tot ca. 31. Een mogelijk antwoord op de krimp dus.
In het kader van Slimbouwen lopen diverse innovatie prestatie contracten met bedrijven (IPC is een SenterNovem regeling). Nu 17 contracten, maar de aanvraag voor nog eens 34 bedrijven ligt al klaar. Een van de projecten die op stapel staan is een Slimbouwen proefproject waarin de recent ontwikkelde technologie wordt getoetst.
Welke dringende vraag heb jij te stellen aan je collega bouwprofs?
Ik verbaas mij altijd over de weerstand die velen t.a.v. innovatie hebben. Ik sla misschien wat naar de andere kant door, maar ik vraag mij altijd af hoe ondernemers gerust kunnen blijven slapen zonder zichtbaar aan de toekomst te werken en in innovatie te investeren. Liefst ook met professionele ondersteuning hetgeen de succeskansen aantoonbaar verhoogt.
Ziet men die toekomst niet zo rigoureus veranderen, is het berusting omdat de collega’s het ook niet doen hetgeen een beschermd gevoel geeft, is het een gebrek aan middelen, denkt men misschien juist wel heel actief in R&D te zijn, maar kan men het zelf af, is het de complexe marktstructuur?
Ik zou graag een keer een direct en heel eerlijk antwoord willen hebben op deze vraag liefst van heel veel collega bouwprofs. Geef vooral niet het sociaal gewenste antwoord. Ik wil het mechanisme beter leren begrijpen.
Je moet lid zijn van BouwProfs om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van BouwProfs