De bouw online verbonden.
Minister Spies heeft eind januari het Bouwteam samengesteld dat gevraagd wordt een agenda te maken naar een toekomstbestendige bouwkolom. De bouw staat er bij de buitenwacht veel slechter op dan gedacht. De noodzakelijke vooruitgang van de sector komt daardoor onvoldoende van de grond. Dit zegt voorzitter Joop van Oosten van het Bouwteam in een gesprek met Dagblad Cobouw dat aanstaande dinsdag verschijnt. Het is zijn eerste interview in deze functie.
Van Oosten noemt het slechte imago “verrassend en zorgelijk”. Forse inspanningen zijn volgens hem nodig om het beeld van de sector dat bij de overheid en het publiek bestaat, ten goede te keren. “Het is een kwestie van nog harder werken en nog meer kwaliteit leveren”, aldus Van Oosten.
Hoe kijken bouwprofs in het veld naar de opvatting van Van Oosten? Is het inderdaad zo slecht gesteld met ons imago dat het de vooruitgang van onze sector remt? Laat het ons weten en geef je mening. De mensen van het Bouwteam lezen op BouwProfs mee dus wellicht kunnen we hen nog van advies voorzien.
Op BouwProfs volgen we de ontwikkelingen van het Bouwteam op de voet. Lees daarom ook de andere discussies over het Bouwteam.
Opmerking
ter reactie op Jelke Boonstra.
Wat je hier zegt is ook precies wat er gebeurd.
Ik zal dan toch 1 voorbeeld noemen om aan te geven hoe wij het ervaren.
Een renovatieproject in NL.
100 ventilatie boxen van een bepaald type.
Deze boxen moeten geïnstalleerd worden (Staat nergens iets over ingeregeld)
De architect schrijft de volgende materialen voor
Een bepaald type box
een bepaald type pijp
een bepaald type rooster
en daar komt ie 20 CM geluidsisolatieslang
Verder moet het voldoen aan de volgende Eissen
per ruimte staat gespecificeerd hoeveel luchtverversing er plaats moet kunnen vinden (IN VOLLAST dus stand 3)
Ook moet per ruimte de DB onder bepaalde normgetallen blijven
Zo in de woonkamer onder de 30DB
Als je als leek dit leest dan denk je Daar ga ik op inschrijven want boxen plaatsen dat kan ik wel.
Mij vielen echter 2 zaken direct op.
1 De Box had beperkte capaciteit en de waarden die genoemd werden in VOLLAST moesten volgens de normen behaald worden in standaard gebruik stand. Voor VOLLAST Gelden andere waarden, waardoor de box die genoemd werd eigenlijk niet kon en vervangen moest worden door zijn grote broertje.
Punt 2, met de 20Cm geluidsisolerende slang kwam je nooit tot deze DB waarden.
De slang moest hiervoor minimaal 220CM zijn.
Wil je dus aan de eissen voldoen dan wordt je pakket met materialen dus anders dan de voorgestelde materialen.
Alles is netjes gespecificeerd en door een zeer onkundige architect doorberekend.
Het kennisniveau bij de gemiddelde onderaannemer/Installateur is Zeer fenomenaal als het gaat om aansluiten van deze boxen, maar minimaal als het gaat om het oerwoud van regels waar de installatie aan moet voldoen.
De gemiddelde installateur installeert dit dan ook gewoon tegen een prijs die eerlijk is voor wat er gevraagd wordt.
Het gevolg is dat A de ventilatie niet voldoende is op stand 2, en B bij stand 2 de box al teruggezet wordt naar stand 1 vanwege de geluidsoverlast. (Met 20CM geluidsisolerende slang naar schatting boven de 42DB)
De klant gaat klagen, en de installateur moet het aanpassen.
X100 woningen dan ineens
Die ZZP-er heeft getekend om aan de eissen zoals vermeld te voldoen en zal dus moeten opdraven. Hij heeft een eigen huis en is bij Faillissement alles kwijt, dus die loopt wel 3 keer zo hard
Pas Als de installateur zijn faillissement is aangevraagd wordt de hoofdaannemer verantwoordelijk.
Dus wat voor risico loop je nou als hoofdaannemer.
Resultaat is dat je als bedrijf je handen af moet trekken van dergelijke klussen.
Maar weet wel dat dit voor de ZZP-ers de kersen op de taart zijn.
Een zeer interessante tweestrijd in de bouwketen, die maar op 1 manier aangepakt kan worden.
Als een hoofdaannemer iets voorschrijft, ongeacht aan welke regels het moet voldoen, en het is technisch niet haalbaar, dan moet je ten alle tijden de hoofdaannemer aanpakken, in plaats van de onderaannemer. En dan niet alleen hem het probleem laten oplossen, maar ook een flinke schadevergoeding laten betalen aan ALLE betrokken partijen.
Tevens zou een ieder die willen en wetens meegewerkt heeft aan een dergelijk project aangepakt moeten worden.
zaken zoals hierboven beschreven zijn misschien in de ogen van sommige absurd, maar het is wel de keiharde realiteit.
Bovenstaande zaken leveren projecten als Vathorst op.
En gebeurden dagelijks! De meeste keren halen ze alleen het nieuws niet.
Ik ben mij niet van bewust van het slechte imago. Voor anderen is het geen verrassing. Waardoor ontstaat het slechte imago? Is dit door cliche matige uitdrukkingen die blijven hangen? Pas als je weet waar de schade zit kun je het repareren. Graag wat meer voorbeelden van punten waardoor de bouw een slecht imago heeft. Open mijn ogen eens.
Een eerlijke diagnose van het imago van de bouwsector is een eerste vereiste. Als we de beginsituatie helder hebben, kunnen passende stappen worden gezet. Als de bouwsector een goed imago heeft, is een grootscheepse campagne letterlijk overdreven. Als de bouwsector geen goed imago heeft, werkt een campagne contraproductief. Ieder jaar wordt er een behoorlijke portie slecht nieuws uit de bouw over de nationale bevolking uitgestort. Van vallende balkons tot ziekmakende ventilatoren. Van zware arbeidsomstandigheden tot een slechte sfeer op de bouwplaats. Als we die stroom slecht nieuws kunnen indammen, levert dat meer op dan een populaire goednieuws-campagne, waar mensen gemakkelijk doorheen prikken. Het is beter een goed imago op te bouwen, dan met een grootschalige campagne een slecht imago te onderstrepen. Voor goed opgeleide jongeren is ‘the sky the limit’ en blijft de vraag of ‘de bouwsector the limit is.’ Actie is geboden. Maar dan wel de goede actie.
Piet M. Oskam, directeur Centrum voor Innovatie van de Bouwkolom (CIB) in Zeist
p.oskam@bouwkolom.org
tel.06 - 51 01 01 75
Hoe kan het slechte imago van de branche nu een verrassing zijn? Dat is al jaren bekend. Zorgelijk is het zeker. Wij moeten, waar wij kunnen, het goede voorbeeld geven en uitdragen. Tijd zal nodig zijn. Er zijn wel degelijk mogelijkheden en kansen.
Ketenintegratie, integrale samenwerking, Systems Engineering, Leanmanagement, geintegreerde contracten en Building Information Management zijn er een paar.
Er is nog een hoop werk te verzetten, dat kost energie en aandacht, maar bovenal een mindshift. Een andere manier van denken en samenwerken. iedereen weet wel dat je samen meer voor elkaar krijg dan alleen. Als het element geld, aandacht of status erbij komt kijken vergeten we dat vaak. We zijn o, zo bang dat de ander meer krijgt dan hem toekomt en helemaal vertrouwen doe je hem ook al niet......al zeg je dat wel (natuurlijk). Daar zit onze eerste overwinning. Als je samen .....werkt, dan deel je ook samen. Hoe je dat doet en op welke voorwaarden bepaal je samen, ... Vooraf! En iemand iets gunnen kan af en toe ook geen kwaad. De successen van deze vorm van samenwerken zijn er al lang en de voordelen zijn ons, die daarbij zijn betrokken, allang duidelijk. Vaak geldt een snelle winst nu altijd beter dan een kleinere winst, maar wel constant, voor een langere periode. De mens heeft nu eenmaal moeite met het omgaan van onzekerheden en constant veranderende omstandigheden. Wen er maar aan, want dat verandert niet. Dat moet toch een geruststelling zijn voor al die mensen die moeite hebben met veranderen. Er is tenminste nog iets constant.
Wij laten organisaties en mensen zien hoe je constructief kunt samenwerken, optimaliseren en presteren zodat alle partijen er baat bij hebben en kunnen groeien. Dat is ons inziens de weg naar boven en het antwoord op de vraag. "Is ons imago de remmende factor of onze kans"?
Uiteraard is imago niet het enige waar wij als sector mee kampen. Maar deze belet mijn inziens wel meer vertrouwen aan de markt, het werven van talenten en zorgt ook simpelweg voor minder opdrachten. Zeker als we kijken naar de wat kleinere particuliere bouw - en laten we niet vergeten dat veel kleinere bedrijven daar grotendeels van afhankelijk zijn. Een verbouwing in Nederland is absoluut geen feestje. Ik ben zelf met een grote verbouwing bezig thuis en de reactie van de omgeving spreekt boekdelen. 'Jij liever dan ik' is ongeveer de algemene opinie. En wat is er nou mooier dan je omgeving waar je zoveel tijd doorbrengt aan je wensen aanpassen?
Met (bijna) alle andere hier ben ik het volledig eens dat we meer voor een betere klantorientatie moeten gaan. Dan verbetert ons imago vanzelf. Gelukkig is dit voor de meeste bedrijven inmiddels geen nieuws meer en wordt hier ook steeds meer en hard aan gewerkt.
Hoe we met de aanbestedingen omgaan is een serieus probleem en uitdaging voor de sector. Ik vind de opmerking van Sebastiaan Netten ook zeker zorgerlijk. Maar hoe lossen we dit op? Jelke Boonstra geeft een aanzet. Maar hoe kijken anderen hier tegenaan? Is het daadwerkelijk zo simpel? Is die opzet realistisch? En waarom stellen opdrachtgevers dan hun uitvraag niet zo?
Voor diegene die meer willen weten over de thema's waar het bouwteam naar gaat kijken, ik heb op mijn website een overzicht opgenomen. Daar staat ook hoe je zelf direct naar het bouwteam kunt reageren met ideeen en suggesties.
http://www.marjetrutten.nl/marketing-in-de-bouw/bouwteam
Marjet Rutten geeft aan dat het veranderen van de bouwcultuur moeilijk is. Er wordt meer over geschreven dan doelbewust aan gedaan. Dat is misschien meer waar dan me lief is, maar het is zeker niet alleen treurnis.
Vanuit mijn betrokkenheid bij het lectoraat Nieuwe Cultuur in de Bouwketen van Hogeschool Utrecht zie ik ontwikkelingen in de gewenste richting. We moeten niet blijven hangen in statements als 'de cultuur deugt niet' of 'het is een kwestie van mentaliteit'. Waar het om gaat is dat we werken aan het gedrag van mensen als individu, in hun directe werkomgeving en als onderdeel van een grotere omgeving zoals de samenwerkende partners in de bouwketen.
In mijn visie gaan de ontwikkeling van enerzijds cultuur & gedrag en anderzijds inhoud & structuur hand in hand. Ontwikkel of innoveer je alleen op inhoud, dan blijft het bij eenmalige experimenten, ontwikkel en innoveer je alleen op cultuur & gedrag dan gaat het nergens over. Hogeschool Utrecht heeft daarom een aantal praktische thema's gekozen, waarbij vanuit het lectoraat vooral bijgedragen wordt aan de cultuur/gedragscomponent. Bijvoorbeeld wat moeten projectmanagers/directeuren van complexe projecten aan houding en vaardigheden in huis hebben om er een succes van te maken. Wat betekent BIM voor de samenwerking met partners in de keten? Hoe geef ik als manager leiding aan het ontwikkelproces van mijn organisatie, waarbij kennis en kunde van medewerkers op alle niveaus worden betrokken (sociale innovatie)? Hoe kunnen we samenwerkings-, keuze en besluitvormingsprocessen inrichten, zodat betrokken partijen komen tot een gedragen aanpak van transformatie en verduurzaming van leegstaande gebouwen?
Veel technici hebben geen natuurlijk gevoel voor de zachte elementen. Door de zachte elementen te koppelen aan de harde, kun je toch aansluiten bij hun belevingswereld en hun leervoorkeur ('leren door te doen'). En dat is cruciaal voor het veranderingsproces.
Dit is toch simpel op te lossen?
Definieer de te verwachten gebruikskwaliteit en daarbij horende periodekosten zullen zijn bij het gebruik van een gebouw en maak de bouwsector verantwoordelijk als de verwachte kwaliteit en periodekosten tijdens gebruik niet voldoen aan het vastgelegde. Laat de bouwsector zelf betalen voor het in orde maken van de eerder gemaakte bouwfouten. Hoe de bouwsector dat gaat doen is niet belangrijk. Je kunt de verantwoordelijkheid leggen bij de hoofdaannemer of bij het bouwteam of je regelt het via een centraal fonds. Het komt hierop neer dat het herstellen pijn moet doen, het moet de bouwsector geld kosten.
Het focussen op het maken van gebruikerskwaliteit en gebruikerskosten zal een innovatie in de bouwsector teweegbrengen. Het maken van hogere gebruikerskwaliteit maakt het mogelijk meer omzet te maken en je personeel goed te betalen. In de automobielindustrie doet men niet anders. Daar gaat hoge gebruikerskwaliteit hand in hand met de hoogst productieve bouwwijzen, waar ervaringskennis wel wordt bewaard. Denk aan het Toyota's Kan Ban systeem.
Het imago zorgelijk noemen is een. In de reacties lezen dat er nog steeds een wijdt verbreide ontkenning van het probleem is, baart mij veel zorgen. Wij worden als adviseur dagelijks geconfronteerd met de fouten van de afgelopen 15 jaar in de bouw. Ik onderschrijf de opmerkingen van Sebastiaan Netten volledig. De kennis is er niet meer en men is er ook niet in geïnteresseerd. En niet alleen bij hoofdaannemers speelt dit probleem, maar ook bij opdrachtgevers. Zo goedkoop mogelijk en daarna houdt het denken op.
Wij maken Meerjaren Onderhoud Adviezen en doen dus dagelijks niets anders als het beoordelen van het werk van anderen op hun kwaliteit. Dat valt niet mee. Daarnaast worden wij door allerlei partijen gevraagd problemen op te lossen waar ze samen al meer als 10 jaar mee bezig zijn. Stel je voor een appartementen complex waar het op plaatsen al 10 jaar lekt en men weet niet hoe het op te lossen. De kapitale blunders en fouten welke zijn gemaakt. Je kunt je het niet voorstellen als je het niet zelf ziet.
Ja, het gaat ook vaak goed. Ja, we zijn erg innovatief en de techniek is in de afgelopen 10 jaar enorm veranderd. Maar die komt hoofdzakelijk bij onderaannemers vandaan. Leveranciers die inspelen op wijzigingen in de markt.
Dat de bouw er in andere landen en werelddelen beter of slechter voor staat als hier is leuk om te weten, maar hier moet de boel aangepakt worden. Het beroemde vergelijk van een auto van 1,5 ton. Die is spic en span en er mankeert niets aan. Koop een huis van 2,5 ton en het rammelt aan alle kanten. En dat moeten we maar accepteren omdat het "ambachtelijk" werk is.
Ik denk dat het probleem zich vanzelf oplost. Met de huidige eisen gaan we steeds meer toe naar prefab systemen, gemaakt in een hal onder controleerbare omstandigheden. Als voorbeeld zie ik de opmars van "Duitse" kozijnen. Meer kwaliteit voor minder geld. Alleen je bouwsysteem erop aanpassen. We worden langzaam wakker, gedwongen door omstandigheden. Er is niet een partij aan te wijzen waar het fout gaat. Van bovenaf worden de verkeerde signalen afgegeven. Prijs is van doorslaggevende betekenis. Een goede prijs/ kwaliteit verhouding zou het gesprek onderwerp moeten zijn.
Overigens heeft Milo Yard natuurlijk gelijk. Het imago is niet de kern van de huidige problemen. Die ligt ergens anders. Ik hoop dat dhr. van Oosten daar ook nog aan toe komt.
Dat van Oosten verrast is door het slechte imago verrast mij weer. Op het gebied van klantgerichtheid en kwaliteit heeft de bouw nog veel in te halen. Bij nieuwbouw projecten wordt de koper als lastig beschouwd. Transparantie is niet aanwezig; de hoogte van de prijzen van meerwerk is absurd; de organisatie is niet ingesteld op maatwerk en de kwaliteitscontrole is niet in orde. Met name de controle op het behalen van de EPN laat te wensen over: De adviseur maakt een plan en berekent de EPC van een gebouw. Na goedkeuring van het bouwplan gaan de bouwpartijen aan de slag en blijkt dat het resultaat volgens recent onderzoek voor 75% van de gevallen onder de maat is. Oorzaken zijn: gebrek aan handhaving door Bowoto (alleen in de vergunningsfase wordtde EPC-berekening gecontroleerd), gebrek aan kennis bij aannemer en onderaannemer (adviseur die plan gemaakt heeft, wordt vaak niet meer geconsulteerd, resulterend in een vaak goedkoper plan, die niet meer voldoet aan de gestelde eisen). Verder wil de aannemer niet dat een klant meer informatie vraagt, want dan is de kans groter dat de klant zaken ontdekt, die niet voldoen aan de gestelde (minimum) eisen van het bouwbesluit. Daarbij schijnt de bouw niet door te hebben dat de wereld steeds transparanter wordt en dat het verkopen van een "black box", waarbij de klant zo weinig mogelijk informatie krijgt, niet meer van deze tijd is.
Bovenstaande is een zwart-wit afspiegeling van wat er nu gebeurd. er gaan ook zaken goed, maar mijn ervaring is dat er meer fout gaat dan goed, vooral omdat er bezuinigd wordt op kwaliteitscontrole door de opdrachtgever en de bouwer zelf. Door de vele partijen, die op de bouw bezig zijn, is er geen gezamenlijke dwang, om een goed product af te leveren. Ieder gaat voor zijn eigen deel. Ketenintegratie met een gezamenlijke verantwoording voor het eindresultaat is nog ver te zoeken.
Het verbaasd mij dat de heer van Oosten het slechte imago van de bouw “verrassend en zorgelijk” noemt. Dit slechte imago is eigenlijk al jaren bekend, als ik denk aan de bouwfraude zaken, de slechte bestekken die worden gefabriceerd, constructies die niet blijken te deugen. Het zijn zaken die de media halen en die zullen het slechte imago graag opkloppen, en terecht. Het is onbestaanbaar dat wij als bouwers en toeleveranciers, ons zo laten manipuleren door mensen die denken te kunnen bouwen. Je moet pal staan voor je product en voor de kwaliteit, ga daar niet mee sjoemelen, maar zeg nee tegen een opdrachtgever of architect die de kwaliteit aan de laars lapt vanwege de centen of het design. Laten we weer de kwalieteit willen leveren waar we om bekend staan, denk maar aan de gebouwen van vele jaren geleden. Ze staan er nog steeds, terwijl veel jongere panden het moeten opgeven. Niet aan ons imago gaan poetsen, maar doen wat we horen te doen. Kwaliteit voor alles.
Welkom bij
BouwProfs
© 2024 Gemaakt door Michel Eek. Verzorgd door
Je moet lid zijn van BouwProfs om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van BouwProfs