BouwProfs

De bouw online verbonden.

Hoe duurzaam vindt u de huidige duurzaamheidslabels eigenlijk?

Ondanks tal van duurzame maatregelen, scoort een gebouw laag in een GreenCalc- of BREEAM-berekening. Of een gebouw scoort goed volgens het ene, slecht volgens het andere label. Over het probleem met duurzaamheidslabels wordt op 9 februari op de BouwBeurs een speciale workshop gehouden.

De workshop ‘Labelgekte en de bouwstenen van duurzaamheid’ wordt georganiseerd door IMd Raadgevende Ingenieurs, Atelier PRO, instituut NIBE en moBius consult. De directe aanleiding hiervoor is de ervaring met een project dat de vier vorig jaar samen deden. Ondanks de vele duurzame maatregelen die zij namen, scoorde het gebouw relatief laag in GreenCalc.

Om de gewenste score te halen waren diverse ‘noodgrepen’ nodig. Daaruit groeide het besef dat het scoren van punten soms het doel – duurzaam bouwen – voorbij schiet. Volgens de vier partijen kunnen ook de labels zelf worden verbeterd. Zo zijn er voor diverse duurzame oplossingen nu geen punten te verdienen, wat de wil om maatregelen te nemen verkleint.

Volgens de initiatiefnemers van de workshop moeten labels vooral een richtsnoer zijn en geen doel op zich, zoals nu vaak het geval is. De vier willen opdrachtgevers, ontwerpers en bouwers bewust maken van de elementen die een gebouw daadwerkelijk duurzamer maken.

Samen met de aanwezigen worden voor constructie, gevel, inbouwpakket en installaties een aantal concepten besproken met de vraag: welke moeten we vanuit het oogpunt van duurzaamheid toepassen? Vervolgens worden die concepten aan verschillende duurzaamheidslabels getoetst.

De workshop is op woensdag 9 februari van 14.00 tot 16.00 uur in het Duurzaamheidspaviljoen op de Internationale BouwBeurs 2011, Jaarbeurs Utrecht. Er zijn bijdragen van ir. Ernstjan Cornelis (Atelier PRO), ir. Pim Peters (IMd Raadgevende Ingenieurs), prof. Michiel Haas (NIBE) en ir. Peter Erdtsieck (moBius consult). De bijeenkomst is voor beursbezoekers vrij toegankelijk.
(bron: architectenweb.nl)

Tijd voor een inventarisatie onder bouw professionals. Hoe kijkt u aan tegen de wirwar aan duurzaamheidslabels zoals deze momenteel in de markt aanwezig zijn. Is er sprake van labelgekte?

Weergaven: 662

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Nee, in mijn ogen is er geen sprake van labelgekte, maar men moet wel goed beseffen hoe de labels gebruikt moeten worden.

Bijvoorbeeld kan een FSC of ander productkeurmerk gewoon als feit worden behandeld met inachtneming van de context (bijvoorbeeld waar/hoe plaats ik het in het gebouw, heeft het label dan nut? vooral bij C2C certificaat).

De duurzaamheid instrumenten als GPR Gebouw en Greencalc+ zijn niet meer dan dat, instrumenten. GPR Gebouw is wat mij betreft (ik werk niet voor niets voor W/E adviseurs) bruikbaarder dan andere instrumenten.
GPR is veel minder rigide en meer als een communicatieplatform ontwikkeld dan andere instrumenten. Een voorbeeld hiervan is dat bij vrijwel alle onderdelen van GPR een veld beschikbaar is voor vrije invoer. Hierbij kan men (tot een bepaalde limiet) zelf punten toekennen aan zaken die niet in GPR staan, maar die in de ogen van degene die het invult, wel duurzaam zijn. Vervolgens kan tussen bijvoorbeeld opdrachtgever en ontwerper hierover eventueel worden gediscussieerd.

Mijn pleidooi is dus voor minder rigide gebruik van de instrumenten (punten sprokkelen) en meer ruimte voor de ontwerpers en innovatieve ideeën.

Ik ben het er helemaal eens met de stelling! Duurzaam bouwen is vooral robuust en integraal bouwen!! Breeam GPR ed. is een meting achteraf en leid vaak tot een saus die achteraf aangebracht moet worden om de punten te halen.

Wij hebben een school uitgewerkt in passiefhuis concept maar voldoen niet helemaal aan de eisen. 21 kWh/m2 per jaar ipv. 15. Dit omdat we niet compact konden bouwen en een grote boom midden op de kavel hebben staan. De duurzaamheid is juist omhoog gegaan. Wij gebruiken daarvoor de DCBA methode. Dit is een methode die duurzaamheid aan de voorkant tijdens het schetsontwerp valideert. Samen met morfologisch ontwerpen en BIM levert het een heel mooi ontwerpproces op die haast altijd tot een duurzaam gebouw leidt.

Willen jullie de Veldhuizerschool in Ede bekijken? Over een maand is alles goed te zien hoe alles mooi luchtdicht is gemaakt etc. Zullen we wat afspreken?

NEN is bij uitstek het instuut voor standardisatie, harmonisatie en afspraken. NEN Bouw (een van de normontiwkkelingspoten van NEN) doet dit voor de bouw; nieuwbouw en bestaande bouw.
Hiertoe hebben wij processen om tot een evenwichtige en gedragen afspraak en normering te komen.
Daarnaast is NEN vanwege haar lidmaatschap bij CEN en ISO, nauw betrokken dan wel kan ze nauw betrokken zijn bij Europese respectievelijk Mondiale ontwikkelingen. Echter daarbij geldt wel dat het niet ons belang is maar u belang als marktpartijen om tot deze afspraken te maken. NEN faciliteert in deze; u als marktpartijen participeert in kennis en geld in dit soort normalisatie. Het is een investering om aanvaarde eenduidig afspraken op 'papier' te zetten, om het Nederlandse belang buiten Nederland goed te vertegenwoordigen en daarmee eventuele risico's te beperken en kansen te grijpen. (Wat gebeurd er als we niks doen?)

Nu zijn we in Nederland heel erg bezig, hele goede initiatieven zijn en worden ontplooit. Mijn gevoel is nu dat door het grote aantal men door het bomen eht bos niet meer ziet. Graag nodig ik partijen dan ook uit om om tafel te komen zitten om tot een standaard te komen en hierin te investeren. Op 24 februari is daarover een studiedag georganiseerd door SBK.
Samen met SBK is NEN bezig met een inventarisatie van de gevolgen van de Europese normen die op handen zijn. Waar en hoe met de Nationale database en de bijbehorende bepalingsmethode worden aangepast. Op
Mocht u meer willen weten hoe normalisatie werkt ook dan verneem ik dat graag
Ja en nee. Elke doelgroep hanteert zijn eigen labels: GPR voor gemeenten, BREEAM voor de vastgoedsector, GreenCalc voor de rijksoverheid. De makelaars hebben hun kwaliteitskaarten gemaakt. Het zijn nog steeds afvinklijstjes, net als het Nationaal pakket Duurzaam Bouwen destijds, maar beter verpakt en vaak beter onderbouwd. Een aantal projectontwikkelaars zag als eerste dat het maximaal afvinken van een willekeurig dubo-hulpmiddel niet automatisch het meest duurzame gebouw opleverde. Het is beter te werken vanuit een integrale ontwerpvisie, waarin de dubo-maatregelen elkaar versterken. Zij ontwikkelden met AgentschapNL de Toolkits Duurzaam Bouwen. De gepresenteerde concepten zijn goed doordacht en nuttig, maar hebben op hun beurt de beperking van de ontwerpvisie van de samenstellers (PeGO) in zich. Echt duurzaam bouwen doe je volgens mijn als opdrachtgever, ontwerper en andere ketenspelers vanuit een gezamenlijke visie op duurzaamheid. Er is dus een link met duurzaam ondernemen/MVO. De kunst is om per bouwproject een bijpassend duurzaamheidsconcept te bedenken. Dat is vakwerk. Ontwerper en/of duurzaamheidsadviseur kunnen daar een cruciale rol in spelen. De maatregelen, zoals genoemd in de labels kunnen natuurlijk erg helpen om het overzicht te hebben van welke duurzaamheidsopties mogelijk zijn.
@Peter van Oppen
Het is niet correct dat GPR Gebouw alleen door gemeenten en bijvoorbeeld Greencalc alleen door de rijksoverheid wordt gebruikt:
- GPR Gebouw is opgenomen in het duurzaam inkopen beleid (Rijksoverheid)
- GPR Gebouw wordt door meerdere vastgoed partijen (Bouwfonds, Altera, Achmea) gebruikt om hun portfolio in kaart te brengen en te optimaliseren
- Er zijn vele soorten GPR Gebouw gebruikers (meer info op http://www.gprgebouw.nl/website/gebruikers.aspx)
Gemeenten, regio's, milieudiensten en overheid (142)
Adviesbureaus (38)
Architecten (47)
Corporaties (12)
Projectontwikkelaars, vastgoed, onderhoud en beheer (28)
Onderwijsinstellingen (9)

Daarnaast ben ik het niet eens met je bewering dat het nog steeds invullijstjes zijn. In GPR Gebouw en ook in Greencalc, zitten rekenkernen die op basis van geharmoniseerde/genormeerde rekenregels en gegevens, de gebouwen beoordelen.

@Taco van den Broek: Er zit (in ieder geval in GPR Gebouw) dus al genormaliseerde data in de methodieken.

Daniël. Natuurlijk overdrijf ik een beetje, maar de essentie klopt wel. GPR-Gebouw is vooral door gemeenten omarmd en heeft veelal via de gemeenten zijn weg naar marktpartijen gevonden. Uit de aantallen, die je noemt, blijkt wel degelijk dat (gemeentelijke) overheden GPR-Gebouw veruit de grootste groep gebruikers is. Eenzelfde verhaal kun je voor GreenCalc houden. Ik blijf dus wel degelijk bij mijn verhaal.

 

Wat betreft de invullijstjes: ik heb van dichtbij het werken met GPR-Gebouw kunnen meemaken. Je moet vooral voorgekookte keuzes maken op de milieuaspecten waarop je kunt scoren. Ik kan daar niets anders van maken dan een afvinklijstje. 

Je hebt mij dus niet van het tegendeel van mijn beweringen overtuigd.


Daniël Tulp zei:

@Peter van Oppen
Het is niet correct dat GPR Gebouw alleen door gemeenten en bijvoorbeeld Greencalc alleen door de rijksoverheid wordt gebruikt:
- GPR Gebouw is opgenomen in het duurzaam inkopen beleid (Rijksoverheid)
- GPR Gebouw wordt door meerdere vastgoed partijen (Bouwfonds, Altera, Achmea) gebruikt om hun portfolio in kaart te brengen en te optimaliseren
- Er zijn vele soorten GPR Gebouw gebruikers (meer info op http://www.gprgebouw.nl/website/gebruikers.aspx)
Gemeenten, regio's, milieudiensten en overheid (142)
Adviesbureaus (38)
Architecten (47)
Corporaties (12)
Projectontwikkelaars, vastgoed, onderhoud en beheer (28)
Onderwijsinstellingen (9)

Daarnaast ben ik het niet eens met je bewering dat het nog steeds invullijstjes zijn. In GPR Gebouw en ook in Greencalc, zitten rekenkernen die op basis van geharmoniseerde/genormeerde rekenregels en gegevens, de gebouwen beoordelen.

@Taco van den Broek: Er zit (in ieder geval in GPR Gebouw) dus al genormaliseerde data in de methodieken.

Ben het helemaal eens met de stelling van Carl-Peter Goossen.

We moeten in het voor traject een keuze maken om een duurzaam gebouw neer te zetten, zodat je tijdens het ontwerp proces al rekening houdt met je installatie en materiaal keuze. En dus ook duurzaam bewust aan het ontwerpen bent.

En niet in de bestekfase nog kunstgrepen moet gaan uithalen om je punten te scoren voor het duurzaam bouwen.

@Peter
Een gedeelte is inderdaad vinkjes zetten, maar de essentie van GPR is dat het een communicatiemiddel is en geen puntenlijstje om toch maar die 7 te halen (hoe jullie het toen hebben gebruikt, weet ik niet).
Daarnaast staat bij vrijwel alle submodules (op de 2 rekenkernen na) een vrij invoerveld, waar men maatregelen die niet in GPR staan, maar die het wel verdienen om mee te tellen, kan invoeren om daar punten aan toe te kennen. Dit geeft dus veel meer ontwerpvrijheid dan een standaard lijstje.

Dat het grootste deel van de gebruikers overheden zijn, neemt niet weg dat er meerdere vastgoedpartijen, architecten, adviesbureau's en woningcorporaties GPR gebruiken, buiten de gemeentes om. Er zijn zelfs gevallen waarbij de gemeente wordt gevraagd of men met GPR Gebouw mag werken terwijl de gemeente dit nog niet doet.

 

Het is van oorsprong ontwikkeld voor gemeentes, maar het is allang geen instrument meer dat alleen voor die partij geschikt is.

Daniël en anderen. Ik denk ook, dat hulpmiddelen zoals GPR-Gebouw, BREEAM-NL en GreenCalc erg nuttig zijn, wanneer je het als communicatiemiddel gebruikt. Helaas gaat het er in de praktijk toch vaak om een "7" of een predikaat "very good" te halen binnen de mogelijkheden van de betreffende labelmethodiek. De vraag waar het hier om gaat is in feite: moeten we per project in een integraal ontwerp de naar duurzame oplossingen zoeken, zoals Carl-Peter Goossen voorstelt? Of gaan we uit van een labelmethodiek en beperken ons tot de opties, die ons daar worden aangereikt? Ik zelf voel veel voor het eerste omdat elk project uniek is. Voor zover de labelmethodieken ons al informatie en mogelijkheden tot communicatie aanreiken, lijkt het logisch om daarvan gebruik te maken.

Wat ik keer op keer bemerk is een zekere angst om de bestaande vertrouwde pakketten los te laten.

Ik bedoel dus niet al het gedane werk op dit gebied weggooien, maar de angst om het bestaande om te vormen tot iets nieuws.

Misschien dat de methodiek die ontwikkelt wordt in het Europese normalisatie circuit hieraan richting en zelfs invulling geven. Dan kunnen de programmeurs gelijk de software voor constructieve veiligheid er op los programmeren, maar de uitkomsten zijn min of meer gelijkluidend. En dat willen we toch communiceren, wat en hoe we het bepaald hebben en waar eventueel nog wat ter verdienen is?

 

@Van Oppen

Minimale waarden roept het minimale in mensen op. Als ik daaraan voldoe is het goed. Onze cultuur nodigt niet echt uit om meer te leveren. Dit zien we bij de EPC ook. Aan de andere kant een steeds verdere aanscherping van die waarde van 1 naar 0,8 naar 0,6 heeft ramen en C.V.installaties in hele korte tijd verbeterd en is er veel innovatie ontstaan. Echter iets oudere gebouwen met een ongunstigere waarde zijn nu slechter verhuurbaar.

 

Antwoorden op discussie

RSS

Wie zijn lid van BouwProfs?

© 2024   Gemaakt door Michel Eek.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden

Google+