BouwProfs

De bouw online verbonden.

Moet de focus van C2C niet veel meer liggen in hergebruik van bestaand vastgoed?

Discussie gestart via BouwProfs op Linkedin door Rokus van den Akker, manager Vastgoed bij Laris wonen en diensten:

 

" Echt duurzaam bouwen is niet bouwen. Moet de focus van C2C daarom niet veel meer liggen in het gebruik van de bestaande voorraad? "

Weergaven: 375

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Hier kan ik het gedeeltelijk mee eens zijn. Uiteraard is niet bouwen duurzamer dan wel bouwen. Als dit echter tegelijkertijd betekent dat een 'slecht' gebouw intensief wordt gebruikt, is dit ook niet erg duurzaam.
Zodoende moet naar mijn idee de focus verschuiven van nieuwbouw naar revitaliseren of transformeren van gebouwen.
uw stelling Echt duurzaam bouwen is niet bouwen is gestoeld op het traditionele denken dat wij alleen maar schade kunnen aanrichten en dat we deze zoveel mogelijk moeten beperken omdat we ons schuldig voelen

C2C gaat er juist vanuit dat we een bijdrage kunnen leveren. We zullen zeker een plekje innemen met ons gebouw dat anders wellicht natuur zou zijn, maar we kunnen hiervoor in de plaats een platform bieden voor flora en fauna alom, wat tot een grotere diversiteit zou leiden dan wanneer we niet zouden bouwen
dit is maar een voorbeeld, maar het illustreert wel dat we niet om de door u aangedragen reden, ons alleen moeten richten op de bestaande voorraad

Een ander argument dat volgens mij wel strookt, is dat we elk jaar maar een fractie van de gebouwen die nu in gebruik zijn, nieuw kunnen bouwen. Om dus toch zo snel mogelijk naar een wereld te komen die in balans is (mens weer als onderdeel van de natuur), zullen we ons meer moeten richten op de bestaande voorraad dan we nu doen, maar dit betekend niet dat we de nieuwbouw links moeten laten liggen. Daar zitten met eenvoudige middelen, grote kansen die je anders onbenut zou laten.
Ik ben het niet helamaal eens met het eerste deel van de stelling, een duurzaam gebouw kan wel degelijk een positieve toevoeging zijn op de omgeving indien juist ontworpen. Een gebouw kan werken als een filter waardoor de luchtkwaliteit verbeterd, of als energieopwekker waarbij meer energie opgewekt wordt dan gebruikt. Het gaat om het creeren van meerwaarde.

Voor het tweede deel van de stelling ben ik het wel eens, een nieuwbouwobject is relatief eenvoudig omdat daar met de huidige stand der techniek op integrale wijze een duurzaam gebouw ontworpen en gerealiseerd kan worden. (met alleen de financiele middelen als uitdaging) Dit is echter maar een paar procent van de totale gebouwvoorrraad, waardoor er dus een grotere uitdaging ligt bij bestaande gebouwen. Alles slopen en opnieuw (duurzaam) bouwen zou weliswaar het einde van de bouwcrisis betekenen, doch vanuit duurzaamheid niet echt de oplossing.

In mijn optiek liggen er kansen en mogelijkheden op verschillende niveau's voor de bestaande voorraad,
allereerst op wijkniveau; indien de omgevingskwaliteit verbeterd wordt een plek aantrekkelijker en interessanter vanuit biodiversiteitsoogpunt en belevingswaarde. Dus investeren in openbare ruimte ipv beknibbelen!
Op gebouwniveau zijn isoleren, ventileren en flexibiliteit de toverwoorden. Dus een gezonder binnenklimaat waar minder energie verloren gaat, en de energievraag oplossen met duurzame methoden op wijkniveau (schaalvergroting is cruciaal!) zoals WKO en zonneenergie.
Last but not least; maatschappelijke duurzaamheid. Dit begint bij bewustwording, dus laten zien wat een handeling tot gevolg heeft en besef dat dit beter kan. Op wijkniveau investeren in duurzame initiatieven (bijvoorbeeld door opbrengsten uit duurzame energieopwekking direct in de wijk investeren) waardoor lokale initiatieven gestimuleerd worden.
Het eerste deel van de stelling is een paradox. Ik sta er slechts kort bij stil, maar ze is wel een belangrijke schakel naar meer duurzaamheid.

Maak onderscheid tussen uitbreidingsvraag en vervangingsvraag.
Een voorbeeld: bij mij in het dorp wordt een klein bedrijventerrein gerenoveerd en voorzien van nieuwe woningen. De gemeente moet anderhalve ton op elke bouwkavel toeleggen om marktconform te kunnen aanbieden. Dat kan alléén door die anderhalve ton eerst te verdienen door (milieu-onvriendelijke) nieuwbouw in het groene buitengebied.
Niet bouwen is geen optie, want verval treedt elke dag op.

Je kunt de bestaande voorraad zien als bron van (secundaire) grondstoffen voor de bouw. Dan moet je geheel of gedeeltelijk gaan slopen. Elke ton die je uit de bestaande voorraad weet te halen en opnieuw kunt gebruiken, bespaart een ton primaire grondstoffen.
Dit is 'from coffin to cradle'.
Maar ik weet niet of dit is wat je bedoelt....

Hoewel het bouwvolume nog steeds indrukwekkend is, wordt elk jaar toch maar nauwelijks 1% aan de bestaande voorraad toegevoegd. In die context ligt het voor de hand om naar de bestaande voorraad te kijken; levensduurverlening, functieverandering, -aanpassing, -verbetering en wat niet al. Het voordeel hiervan is dat je de bestaande sociale structuren veelal in stand kunt houden en ook dat is levenskwaliteit.
Deze stelling is duidelijk overgenomen uit de nieuwe editie van Duurzaam Gebouwd van september 2010 (pagina 10). Ik zou iedereen echter nog eens willen aanraden om nog eens de editie van februari of mei te lezen*. Hierin zegt Thomas Rau; "Over tien jaar trekken we ons de haren uit het hoofd over de slechte kwaliteit die we nu realiseren".

Mijns inziens is dit helemaal waar. Waar we nu bouwen volgens eco efficiency (beetje meer isoleren, beetje minder verbruiken), komt er van echt effectief Duurzaam bouwen nog weinig terecht. Kijk maar eens met een kritisch oog naar de Vinex wijken. Hoeveel echt duurzame maatregelen zie je daar nou echt? En hoeveel niet duurzame?

Waar we volgens mij naar zo snel mogelijk naar toe moeten, is ten minste energieneutraal bouwen voor nieuwbouw. Alleen daarmee voegen we echt wat toe. Indien dit niet mogelijk is dient de focus op de bestaande voorraad te liggen!

*http://www.duurzaamgebouwd.nl/20100323-thomas-rau%3A-%22architecten...
Ja, de focus moet liggen op de bestaande voorraad.

Nee, het argument deugt niet. Wat we van Michael Braungart kunnen leren is dat er alleen positieve redenen zijn om C2C te bouwen.

Niet bouwen betekent nog jaren met een erfenis van slecht geïsoleerde gebouwen doorakkeren.

C2C is beter bouwen dan niet bouwen.

De vraag waar ik mee zit is hoe we de C2C waarde van een gebouw ook in vastgoedwaarde kunnen omzetten.
Ik ben het daar niet helemaal mee eens. Er zijn een flink aantal producten in de markt die i.p.v. CO2 neutraal zelfs CO2 negatief zijn. D.w.z. dat ze tijdens de productie meer CO2 opnemen dan er wordt geproduceerd tijdens de productie en het gebruik, de verwerking van de producten. Bouwen met deze producten heeft dus een zuiverende werking op het milieu, ofwel hoe meer men met deze producten bouwt hoe beter voor het milieu ? Ik denk dat er nog meer gekeken moet worden naar het produceren van materialen uit landbouw grondstoffen. Daarnaast is het natuurlijk wel zo dat als men voor het renoveren, upgraden van de bestaande voorraad kiest voor de zelfde materialen dit wel degelijk een positief effect kan hebben, omdat men zo ongewenste afval stromen voorkomt. Wel moet een gerenoveerd gebouw dan na renovatie aan de zelfde isolatie en uitstoot waarden voldoen als de nieuwbouw.
Kijk eens naar dit bericht dat is denk een streven die weinig gehaald wordt ,maar in deze gemeente wordt gedaan

P E R S B E R I C H T
16 juni 2010
Wereldwijd uniek ecologisch bouwproject met honderden vrijwilligers
Bouw 25 Aardehuizen zet Olst op de kaart
OLST – Over een jaar staat Overijssel in het centrum van de belangstelling van de internationale bouwwereld. Dat is het startmoment voor de bouw van een voor Europa uniek project van 25 ‘Aardehuizen’, geheel zelfvoorzienende woningen die voor een belangrijk deel worden gemaakt van gebruikte materialen, waaronder in totaal zo’n 20.000 autobanden. Vereniging Aardehuis Oost Nederland tekent daartoe op maandag 21 juni overeenkomsten met de gemeente Olst-Wijhe en woningcorporatie SallandWonen.
De ondertekening vindt plaats om 13:30 uur in Huize Westervoorde, Koningin Wilhelminastraat 1 te Olst, nabij de plek waar het project wordt gerealiseerd. Wethouder Cor van den Berg, Directeur van SallandWonen, Ed Penninks en voorzitter van de vereniging Aardehuis, Paul Hendriksen geven met hun handtekening en een symbolische handeling het startsein voor de laatste voorbereidingfase. Hendriksen over dit samenwerkingsverband: “Het vraagt visie en ondernemingszin om een dergelijk project te willen aangaan. Deze gemeente en woningcorporatie laten zien dat zij daarover beschikken.”
Strenge regels
Een Aardehuis is een op de Nederlandse omstandigheden aangepast concept dat internationaal beter bekend staat als „Earthship‟. Sinds eind jaren ‟70 van de vorige eeuw zijn daarvan wereldwijd ruim 1.000 gebouwd, met een concentratie in de Verenigde Staten, waar de bedenker en architect Michael Reynolds woont. In Europa telt slechts een handjevol Earthships, en in Nederland zijn nog geen Aardehuizen gerealiseerd als woning. Alleen Zwolle legde vorig jaar de laatste hand aan een Earthship, dat fungeert als theehuis. Om er te kunnen wonen, moeten allerhande strenge bouwvoorschriften worden nageleefd. Omdat een Aardehuis zo sterk afwijkt van die regels, werden woonhuizen volgens dit concept lange tijd als onmogelijk beschouwd in de Nederlandse context. Met het afronden van een haalbaarheidsstudie heeft Vereniging Aardehuis samen met zijn partners aangetoond dat het wel degelijk kan. Voor de gemeente en de woningcorporatie voldoende aanleiding om te tekenen voor samenwerking.
Uniek
Behalve dat er nog geen Aardehuis als woning in Nederland staat, is het project wereldwijd uniek omdat er nog nooit in een geconcentreerde periode van twee jaar tijd een hele wijk van Aardehuizen is gebouwd. En ook de bouw zelf heeft kenmerken die in Nederland zeer ongewoon zijn: het grootste deel van het werk wordt gedaan door de toekomstige bewoners zelf, met hulp van honderden vrijwilligers. De organisatie schat in dat er gedurende de twee bouwjaren in totaal tussen de 500 en 600 vrijwilligers op de bouwplaats bezig zullen zijn, begeleid en gehuisvest moeten worden. Een logistieke uitdaging op zichzelf.
Het Aardehuis-concept is qua materiaalgebruik eveneens uitzonderlijk. De dragende muren worden gebouwd van met zand gevulde, keihard aangestampte autobanden, en de binnenmuren kunnen eveneens van allerhande afvalmaterialen worden gemaakt. Alles wordt afgewerkt met leem, waardoor de vormen van een Aardehuis doen denken aan de organische bouwstijl van beroemde architecten als Gaudí en Hundertwasser.
De woningen maken optimaal gebruik van de zon: ze zijn met hun lange zijde op het zuiden gericht en bestaan aan die kant geheel uit een glaswand. De overige zijden zijn ingepakt in een dikke aarden wal. De massa van deze aarde samen met de massieve muren vormt een natuurlijke opslagbuffer voor zonnewarmte, die in koude tijden naar de
binnenruimte wordt afgegeven. Eenmaal gebouwd, hebben de bewoners van een Aardehuis in principe geen kosten meer aan nutsvoorzieningen. Elektriciteit en warm water wordt verkregen via zonnepanelen. Het Aardehuis vangt regenwater op en filtert dit tot drinkwaterkwaliteit. Ook de zuivering van afvalwater neemt het gebouw zelf voor zijn rekening.
Voor elke beurs
Vereniging Aardehuis wil met het project tevens een statement neerzetten wat betreft de kosten van ecologisch verantwoord bouwen en wonen. “We hebben in onze doelstellingen opgenomen dat we willen bouwen voor elke beurs”, licht initiator Paul Hendriksen toe. “Vandaar ook dat we via deelname van SallandWonen ruimte hebben voor een aantal huurwoningen”, licht initiator Paul Hendriksen toe. “Maar ook voor particulieren zijn we geslaagd, want de stichtingskosten per woning zitten tussen de € 170.000 en € 200.000, all in. Bovendien proberen we de installaties voor elektra en water nog collectief apart te financieren, waardoor de kosten per woning per huishouden rond de € 150.000 gaan uitkomen.”
Informatiebijeenkomsten
Naast de woningen staan ook een bezoekers- en cursuscentrum en een gemeenschapshuis op de planning. Eind 2012 wil de vereniging het laatste Aardehuis opleveren. Voor de meeste woningen zijn al huishoudens gevonden, maar de vereniging is voor nog enkele woningen op zoek naar toekomstige bewoners. Voor wie daarin belangstelling heeft, staat nog een bijeenkomst op stapel op 2 juli. Meer algemeen geïnteresseerden worden op 18 juni al bediend. Dan houdt de vereniging in Deventer een informatieavond over het project.
Wie meer informatie wil, kan zich melden via www.aardehuis.nl of email@aardehuis.nl.
We zijn er hier bij de TU Delft al hard mee bezig. Zowel bij Bouwkunde als bij Civiele Techniek zijn al een aantal studenten afgestudeerd op duurzaam renoveren. Dat zijn de ingenieurs van morgen. Iemand als prof. Vrouwenvelder is al heel lang bezig met de theoretische onderbouwing van het vereiste veiligheidsniveau van bestaande constructies (lager dan dat van nieuwbouw), zodat gemeenten een onderbouwde aanschrijving kunnen doen als een gebouw in constructief opzicht te onveilig lijkt te worden. En zelf ben ik bezig met een promotie-onderzoek naar het hergebruik van bestaande bouwconstructies.

Het is ook hard nodig. We hebben steeds minder greenfields en steeds meer brownfields in onze stedelijke omgeving. De bodem van onze binnenstedelijke gebieden raakt vol met heipalen. Hergebruik wordt steeds noodzakelijker. De tijd dat je als ontwerper een nieuw kantoorpand in een leeg weiland kon plempen, is langzamerhand voorbij.
Beste Rino,

Deze stelling is door 1 van onze leden geponeerd. Laten we geen theoretische discussie houden waar iemand de inspiratie vindt om een vraag te stellen. Binnen BouwProfs hebben we eerder aandacht besteed aan dit onderwerp, zou ook maar zo kunnen dat daar de inspiratie vandaag gehaald is toch?

Bij deze het verzoek om on topic te blijven.

groet,

Michel Eek


Rino Groenenberg zei:
Deze stelling is duidelijk overgenomen uit de nieuwe editie van Duurzaam Gebouwd van september 2010 (pagina 10). Ik zou iedereen echter nog eens willen aanraden om nog eens de editie van februari of mei te lezen*. Hierin zegt Thomas Rau; "Over tien jaar trekken we ons de haren uit het hoofd over de slechte kwaliteit die we nu realiseren".

Mijns inziens is dit helemaal waar. Waar we nu bouwen volgens eco efficiency (beetje meer isoleren, beetje minder verbruiken), komt er van echt effectief Duurzaam bouwen nog weinig terecht. Kijk maar eens met een kritisch oog naar de Vinex wijken. Hoeveel echt duurzame maatregelen zie je daar nou echt? En hoeveel niet duurzame?

Waar we volgens mij naar zo snel mogelijk naar toe moeten, is ten minste energieneutraal bouwen voor nieuwbouw. Alleen daarmee voegen we echt wat toe. Indien dit niet mogelijk is dient de focus op de bestaande voorraad te liggen!

*http://www.duurzaamgebouwd.nl/20100323-thomas-rau%3A-%22architecten...
Reactie via BouwProfs op Linkedin van Peter de Winter:

"Beste Rokus,

Uiteraard. De bestaande voorraad dienst altijd onderzocht te worden op de mogelijkheid een gebouw te transformeren naar een andere bestemming om zo een tweede of derde leven aan een gebouw te geven. Er zijn tal van geslaagde voorbeelden op dit vlak. kijk in dit verband ook een naar http://www.buildingbrains.eu/ of kijk op www.bouwwereld.nl"
Reactie via BouwProfs op Linkedin van Erik Van Erne:

"Echt duurzaam bouwen is niet bouwen. Ja, dat is uiteraard duurzaam, maar schiet toch niet op. De bestaande voorraard renoveren en waar mogelijk C2C toepassen. De discussies hier op bouwprofs lijken op een cirkel.

Bouwen-Duurzaam Bouwen- Duurzaam Renoveren-Duurzaam Hergebruiken-Cradle to Cradle- Bouwen-Hergebruiken-enz, enz

Wordt het niet ens tijd om echt aan de slag te gaan. Heb het gevoel dat de bouwsector is vastgelopen, het niet meer weet. Dat zal vast niet kloppen (hoop ik echt), Gelukkig zijn er ook tal van mooie voorbeelden van projecten waar men met bestaande gebouwen aan de slag is gegaan. http://bit.ly/a1AToH "

Antwoorden op discussie

RSS

Wie zijn lid van BouwProfs?

© 2024   Gemaakt door Michel Eek.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden

Google+