BouwProfs

De bouw online verbonden.

Villa Duinvliet gered van de ondergang (deel I)

Veel langer had het niet moeten duren of het Zeeuwse landhuis Duinvliet had het loodje gelegd in de strijd tegen zwam en vocht. Met een ingrijpende restauratie annex renovatie werd het tij echter net op tijd gekeerd. Ruim anderhalf jaar lang is de villa onder handen genomen, van binnen en van buiten, van kruipruimte tot nok. Stukadoor Peter Boogaard leidde de dans.


Bekoorlijk buiten

Nog geen halve kilometer is het hemelsbreed naar het Noordzeestrand bij Domburg. ‘Een prima plek voor een landhuis’, moet opdrachtgever A.J. van den Broecke hebben gedacht toen hij er in 1840 villa Duinvliet liet bouwen. Een bekoorlijk buiten met een twee verdiepingen tellend middendeel met de entree, en daaraan twee lagere zijvleugels. Het bouwwerk bevat zowel neoclassicistische als empirestijlelementen, zoals Corintische zuilen en sfinxen.

Engelse inspiratie
Geïnspireerd door Engelse buitens werd villa Duinvliet in een fraaie landschapstuin gesitueerd. Een ensemble in de stijl van Jan David Zocher, maar de archieven geven er geen uitsluitsel over of hij inderdaad de architect is geweest.

Nog voor het einde van de eeuw werd Duinvliet grondig verbouwd door een nieuwe eigenaar. Er werden ondermeer verdiepingen op de zijvleugels geplaatst en aan de achterzijde werden een oranjerie en een entreeportaal aangebouwd.

Vocht’probleempjes’
Hoewel het pal aan zee ligt, heeft Domburg relatief weinig last gehad van de watersnoodramp in 1953. Evengoed raakte Duinvliet in de 20ste eeuw ernstig in verval; door achterstallig onderhoud. De redding leek nabij toen een nieuwe eigenaar besloot een hotel van het aftakelende pand te maken. De ingrepen hebben echter meer kwaad dan goed gedaan, zo blijkt als Duinvliet in 2009 weer van eigenaar verandert en Boogaard Restaurateurs wordt ingeschakeld om een aantal vochtprobleempjes op te lossen.

Gevel verstikt
“Bij de verbouwing in de jaren negentig is het pleisterwerk van de gevel vervangen door een cementspecie”, zegt stukadoor Peter Boogaard. “De gevel is geschilderd, beplakt met een weefsel en nogmaals geschilderd. Daarmee hebben ze hem helemaal dichtgezet zodat het vocht in de muren er alleen maar aan de binnenkant uit kon, de woning in.” De gevolgen voor het stucwerk laten zich raden, maar veel erger nog was dat er zich een zwam ontwikkelde in de woning. Peter Boogaard werd gevraagd om ook dit probleem op te lossen, en van het een kwam het ander. “Uiteindelijk heb ik de complete renovatie van de woning gedaan”, zegt de stukadoor uit Serooskerke.

Een vraatzuchtig monster
Een hoge luchtvochtigheid, een constante temperatuur en vochtig hout, dat zijn de dingen die een zwam gelukkig maken. Zijn de omstandigheden ideaal, dan kan hij gemakkelijk een paar meter per jaar groeien. De zwam in Duinvliet bleek het goed gehad te hebben, het moederlichaam had al een doorsnee van zo’n 60 cm weten te bereiken. Vanuit de kruipruimte linksachter in de woning had de zwam zich over vele meters helemaal naar de rechtervoorgevel gevreten, dwars door vloeren, wanden en plafonds heen.

Te vuur en te zwaard
Het moederlichaam van de zwam en alle vertakkingen werden met chemicaliën en vuur vernietigd en alle ‘besmette’ bouwdelen werden gesloopt of afgebrand. Daarnaast nam Peter Boogaard nog een aantal drastische maatregelen om herhaling te voorkomen. Vooral de gevel werd stevig onder handen genomen. Eerst werd de onderste twee meter cementpleister weggehakt zodat de muur kon drogen. Met het vocht kwam er flink wat zout mee naar buiten. “Dat heb ik telkens weggehaald met een stofzuiger. Als je het afborstelt dan komt het op de grond en zou het weer in de muur kunnen komen.”

Waterdichte barrière gemaakt
Om opstijgend vocht in de gevel te voorkomen, werd er een waterdichte barrière in aangebracht. Daarvoor werd de eerste voeg boven het maaiveld om de 10 cm geïnjecteerd met Technisil MS hybride van Technicem. “Voor een goede afdichting heb je 1,5 tot 2,5 liter per strekkende meter muur per 10 cm dikte nodig. Eerst pomp je het spul er zonder druk in, om te kijken hoeveel je zo kwijt kunt. Kom je niet aan de benodigde liters, dan zet je er wat druk op.” Voor de zekerheid herhaalde de stukadoor dat nog een keer bij de voeg erboven. “Het is een oud gebouw dus er kan wel eens een slecht stuk metselwerk tussen zitten waardoor de vochtbarrière wordt onderbroken”, verklaart hij.

Het zout aan banden gelegd
Na het injecteren en het weghakken van de rest van de cementspecie, behandelde Peter Boogaard de gevel met Technicure CS van Technicem. “Dat spul maakt zout onoplosbaar. Zout dat achtergebleven is in de muur kan daardoor nooit door water naar het geveloppervlak worden getransporteerd.” Plekken met bovengemiddelde zoutbelasting werden tot 10 cm diep geïnjecteerd met de Technicure CS. De rest van de gevel is tweemaal ingespoten met het materiaal; dat trekt dan 1 à 2 cm diep de gevel in. Voldoende voor de minder belaste plekken, volgens Peter Boogaard. “Belangrijk is wel dat de muur droog is als je hier mee aan de slag gaat want anders kan het materiaal er niet goed intrekken.”

Deze blogbijdrage is geschreven door Jan Willem Kommer, hoofdredacteur Bedrijfschap Afbouw  op mebest.nl.

Weergaven: 1160

Opmerking

Je moet lid zijn van BouwProfs om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van BouwProfs

Reactie van Vincent van Bruggen op 11 Januari 2012 op 9.39

Onze VvE heeft 7 jaar geleden bezoek gehad van de huiszwam, het lijkt haast een hogere levensvorm. Het is de enige gedomesticeerde zwam en komt dus niet in het wild voor. De huiszwam vraagt inderdaad om stevige oorlogsvoering om er vanaf te komen.

Advies: Heb je een kruipruimte met houten balklagen, maak de kruipruimte dan leeg en schoon en stort er schelpen in. Zorg voor ventilatie, maar bedenk dat beweging in de lucht belangrijker is dan debiet.

Kijk uit met woonfuncties in voormalige kelders en souterrains, ze brengen heel veel vocht in en nabij ruimtes met een lage oppervlaktetemperatuur.

Reactie van Kees Snepvangers op 10 Januari 2012 op 21.38

In de laatste zin van deze bijdrage staat waarom het injecteren hier goed verlopen is. Het metselwerk was namelijk droog.

Als dat bereikt kan worden voordat er geïnjecteerd wordt dan durf ik te stellen dat er nog maar weinig injectiemiddelen zijn waarmee geen goed resultaat bereikt kan worden. In droog metselwerk kan het injectiemiddel zich goed verspreiden. In nat metselwerk is het veel moeilijker injecteren omdat het verdringen van het water in de poriën tegengehouden wordt door de capillaire krachten. 

De werkwijze van eerst laten drogen daarna injecteren zou vaker gevolgd moeten worden.

Wie zijn lid van BouwProfs?

© 2024   Gemaakt door Michel Eek.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden

Google+