De bouw online verbonden.
In tijden van economische crisis en grote vraag naar duurzaamheid is de belofte van ketenintegratie te mooi om te negeren, zo staat vandaag te lezen op cobouw.nl. Maar ketenintegratie wordt vaak met de mond beleden en echte toepassingen zijn zeldzaam. Dat is de mening van Jack van der Veen (hoogleraar supply chain optimisation aan de universiteit van Amsterdam) en Marcel Noordhuis (promovendus op het onderwerp faalkostenreductie door ketensamenwerking).
Op de Cobouw opiniepagina van donderdag schrijven de auteurs dat de implementatie van ketenintegratie verre van simpel is. "Ketenintegratie werkt alleen bij een fundamentele gedragsverandering. Van de mensen op de bouwplaats wordt een brede verantwoordelijkheid en ondernemerschap verlangd. Kortom, er wordt een fundamentele en permanente gedragsverandering gevraagd."
Volgens Noordhuis en van der Veen kan ketenintegratie worden gerealiseerd als we "kleine stapjes uitzetten, de langetermijndoelen goed voor ogen houden, doorzetten bij onvermijdelijke moeilijke momenten, en niet anderen de schuld geven of de verantwoordelijkheid afschuiven maar er als een echte ondernemer iets aan doen. Om echt iets te veranderen is een lange adem nodig."
Op BouwProfs worden meer discussies over ketenintegratie gevoerd. Lees hier welke.
Opmerking
Lees ook mijn reactie, welke vrijdag 10 februari 2012 verscheen in Cobouw
Wel Fred een aardige uitleg geef je in je reactie. Toch is eigenbelang geen verkeerd uitgangspunt, dat is wat ik bedoel met het IDM! definitie van wat men mag, wil hebben, verwachten binnen een samenwerking dus in ketenintegratie! alle partners zijn commerciele organistaies, dus dienen geld te verdienen met hun werkzaamheden en dan is het iegen uitgangspunt hanteren geen enkel probleem, alleen dan wel synergie te zoeken met de partners en dan goede afspraken maken waarin alle partners zich thuis kunnen voelen en voordeel halen uit de samenwerking, geen hobby, maar nuttige aanvulling! veranderen doen mensen al jaren en jij stelt experimenteren, nu ik heb voorbeelden zat waarbij ik het begrip experimenteren zou willen vervangen door toetsen en niet in hobby of als test maar een commercieel model wat minimaal kostendekkend is en als je het goed doet voordeel oplevert!
minder academisch verwoord, maar gewoon doen, open staan en voordeel adopteren
Zoals gesteld zijn er inderdaad vaardigheden nodig om samen te kunnen werken. We praten er veel over maar weten eigenlijk niet goed hoe we dat moeten doen. Steeds weer duikt "eigen belang" en wellicht het "ego" op dat ons weerhoud tot inhoudelijk echt samenwerken. Een mind-shift is nodig een andere manier van samenwerken. Vanuit ons diepste wezen is 'veranderen', in iets wat we zelf niet goed begrijpen, altijd al bedreigend geweest. En bedreigingen moet je uit de weg gaan. Waarom veranderen? Vroeger ging het toch ook goed!
De huidige visie van veel organisaties is gebaseerd op adaptief-leren, dat over “omgaan met” gaat. Merk op dat verhoging van de adaptief vermogen slechts een eerste stap is! Organisaties zouden zich meer moeten richten op het generatieve leren of het zg. "dubbel-lus leren".
Generatief leren benadrukt het continu experimenten en feedback geven in een doorlopende bestudering van de specifieke manier waarop organisaties denken over het definiëren en oplossen van problemen. Generatief leren gaat over creëren. Het vereist ‘systeem-denken’ ‘gedeelde visie,’ ‘persoonlijke meesterschap’ ‘team leren’ en ‘creatieve spanning’ tussen de visie en de huidige realiteit. Generatief leren, in tegenstelling tot adaptief leren, vereist nieuwe c.q. andere manieren van kijken naar de wereld. Daar liggen onze directe toekomstige uitdagingen willen wij ketenintegratie een succes maken.
Als contrast: adaptief leren of ‘single-lus’ leren richt zich op het oplossen van problemen in het heden, zonder nader onderzoek naar de geschiktheid van het huidige leergedrag. Adaptieve organisaties focussen op incrementele (toenemende) verbeteringen, vaak gebaseerd op in het verleden behaalde successen.
In essentie, worden er geen vraagtekens gezet bij de fundamentele aannames die ten grondslag liggen aan de bestaande manier van werken. Het essentiële verschil ligt tussen "adaptief zijn" en "aanpassingsvermogen hebben".
Om aanpassingsvermogen te behouden, moeten organisaties zichzelf inrichten als "experimentele" of "zelf ontworpen" organisaties. Dat wil zeggen, zij moeten in een bijna continue staat van frequente verandering in structuren, processen, domeinen, doelstellingen, enz. zijn, zelfs in het licht van blijkbaar optimale aanpassingen.
Is dit alles nieuw voor u en u wilt de stap zetten richting ketenintegratie en integrale projecten, neem dan contact op en samen kunnen we kijken waar wij elkaar kunnen helpen.
helemaal eens met Remco. Ketenintegratie begint met Wie, van Wat en Waarom, graag voeg ik nog toe Wanneer en van Wie! men noemt dit de onderdelen van een IDM, een beschrijving hoe men met data omgaat binnen het BIM. Ja, de stelling van Jack van Veen is juist, krijg dat maar voor elkaar! Edoch, het kan beginnen bij elke bouwpartner individueel en uiteraard ook bij de opdrachtgever! Rijks Gebouwen Dienst geeft al een begin, wat, wanneer, door wie, waarvoor en waarom men bepaalde data, informatie verwacht uit het BIM, elke deelnemer voor zich, dus informatie, data deling, ketenintegratie. hoe eerder en hoe completer men begint (liefst met alle bouwpartners) hoe effectiever de ketenintegratie kan zijn, of mag ik stellen zal zijn! Afspraken maken, vast leggen, de basis van het IDM, het BIM handboek. dan is het afschuiven van verantwoordelijkheden ook minder relevant. controle op de afspraken en uit te wisselen data, controle op de ketenintegratie kan met een PIM, project Informatie Management oplossing, ook die oplossing is reeds voorhanden.
en Ja, de stelling dat men er wel veel over spreekt maar weinig concretiseert is juist, mogelijk moet men eerst de nadelen ervaren om ketenintegratie als een ondernemer toe te passen.
De essentie van integratie begint volgens mij bij de vraag, integratie voor wie, van wat en waarom? Het gebruik van gebouwen en gebieden is qua verantwoordelijkheid losgekoppeld voor de meeste partijen in bouw en vastgoed van de bouwers en ontwerpers. En ook de bouwers en ontwerpers hebben formele geen verantwoordelijkheid voor elkaar. Begint ketenintegratie niet met het samenbrengen tot een verantwoordelijkheid van technisch ontwerp en realisatie? Hoe wordt dit vervolgens vanuit ontwerp en opzicht bekeken? Wie is resultaats verantwoordelijk, wie kan slechts de verantwoordelijkheid voor eigen inzet dragen?
Voordat een integrale kwaliteitsketen van gebruikersvraag naar ingebruikname door gebruikers is gerealiseerd moeten heel wat vraagstukken worden opgepakt. Zowal qua cultuur als organisatie, vertaald naar contracten en afstemming.
Welkom bij
BouwProfs
© 2024 Gemaakt door Michel Eek. Verzorgd door
Je moet lid zijn van BouwProfs om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van BouwProfs