De bouw online verbonden.

Hoe is Qv10 waarde voor een groot gebouw te herleiden?

Marcel Nooijen is bouwkundig thermograaf. In de BouwProfs groep op Linkedin stelt hij de volgende vraag:

Hoe is Qv10 waarde voor een groot gebouw te herleiden? Oftewel wat is een standaard waarde aan lekverlies, de Qv 10 of N50 waarde volgens de norm?

Deze vraag is bij mij gekomen. Ik voer normaal luchtdichtheids metingen uit en meestal heeft de installateur of de architect deze waardes voor het lekverlies paraat. Nu komt de vraag via de gebouw eigenaar en deze refereert naar een norm.

De norm welke ik tegen kom heeft het over spleet en kier dichtheid maar ik wil eigenlijk weten wat een gebouw met een GO van rond de 2200 m² en een netto inhoud van 8700 m³ mag lekken in L/s of m³/h.

▶ Hierop reageren

Berichten in deze discussie

Permalink Antwoord van Gerald Bossink op 19 Maart 2012 op 13.27

Marcel,

Het bouwbesluit spreekt over q_v,10,kar = 200 dm3/s per 500 m3 gebouwinhoud. De Rijksgebouwendienst hanteert q_v,10,kar = 200 dm3/s per 3000 m3 gebouwinhoud. Dan wordt het volgens mij een eenvoudig rekensommetje.

▶ Beantwoorden

Permalink Antwoord van Frans van Dijk op 20 Maart 2012 op 9.04

Marcel,

Met SBR referentiedetails kun je de Qv1 bepalen. De Qv1 kun je omrekenen naar QV10. Die weer delen door de m2 vloeroppervlak en je hebt de Qv10-kar.

Oftewel een gebouw van 2200m² GO mag bij een Qv10-kar van 0,65 (minimale eis balansventilatie) 1430 l/s lekken bij 10 pascal drukverschil tussen buiten en binnen.

Groeten,

Frans