BouwProfs

De bouw online verbonden.

Waarom is er een verschil in ventilatienormen binnen woningbouw?

Wie kan mij uitleggen waarom de ventilatie norm voor een verblijfsruimte 0.7 dm3/sec is en van een woonfunctie 0.9 dm3/sec.  Naar mijn gevoel wordt een verblijfsruimte intensiever gebruikt dan een woonfunctie terwijl een verblijfruimte een deel uitmaakt van een woonfunctie. Wat is hiervan de logica en gedachtengang?

Weergaven: 1272

Hierop reageren

Berichten in deze discussie

In de hierarchie is een verblijfsruimte de pruim, het verblijfsgebied de tak en de woonfunctie de stam :-)

Dit geldt voor zover ik weet alleen voor nieuwbouw en verbouw maar niet voor bestaande bouw, daar dient elke verblijfsruimte afzonderlijk met 0,7dm3/s geventileerd te worden (niet te verwarren met doorspuiien) zonder optelsom naar verblijfsgebied, wat in de praktijk overigens bij 9 van de 10 woningen NIET gehaald wordt.

De 0,9dm3/s bij nieuwbouw en verbouw is min of meer een vangnet heb ik het idee.

Citaat: 

verblijfsruimte: in een verblijfsgebied gelegen ruimte voor het verblijven van personen

woonfunctie: gebruiksfunctie voor het wonen.

Kennelijk is er een verschil tussen wonen en verblijven. Wonen is een continue functie, verblijven is een onderbroken functie. Vandaar andere normering.

En dus? de hoogste waarde hanteren? die van de stam


Vincent van Bruggen zei:

In de hierarchie is een verblijfsruimte de pruim, het verblijfsgebied de tak en de woonfunctie de stam :-)

 

Dit houdt dus in dat alles de norm 0.9 moet halen en de 0.7 norm eigenlijk over ruled wordt door de overkoepelende norm van 0.9.

Als dit klopt dan mis ik de logica van het bestaan van de 0.7 norm

Het houdt verband met de vrije indeelbaarheid van een gebied.

Alleen voor een aparte ruimte kan de 0,7 norm worden aangehouden (Gezondheidsraad, zie toelichting bouwbesluit).

Een woonfunctie of verblijfsgebied omvat vaak meer ruimten dan alleen verblijfsruimten, maar die wel tot het verblijfsgebied worden gerekend. Bovendien zal de toevoer niet op iedere plek gelijk zijn. Om er voor te zorgen dat alle ruimten in het verblijfsgebied toch fatsoenlijk worden geventileerd, én de vrijheid voor de indeelbaarheid gehandhaafd blijft, is een soort overmaat opgenomen in de norm.

Het bouwbesluit maakt onderscheid in capaciteitseisen voor ventilatie in woningen tussen een verblijfsgebied en een verblijfsruimte. De gedachtegang hierachter is de vrije indeelbaarheid van een verblijfsgebied in verschillende verblijfsruimten. Feitelijk is alleen de eis van 0,9dm3/s/m2 voor een verblijfsgebied van toepassing. Om te voorkomen dat binnen een verblijfsgebied een verblijfsruimte te weinig of niet wordt geventileerd, is er ook een vangneteis van 0,7dm3/s/m2 voor een verblijfsruimte toegevoegd.

Deze eisen gelden inderdaad voor nieuwbouw en tijdelijke bouw. Voor verbouwing gelden de eisen volgens rechtens verkregen niveau. En, zoals in eerdere reacties al vermeldt, geldt voor bestaande bouw alleen de 0,7dm3/s/m2 eis voor verblijfsruimten.

Het verschil tussen de 0,7 en 0,9 dm3/s/m2 lijkt me, gelet op de geleverde commentaren, volstrekt overbodig. Stel je een woon- of verbijfsruimte voor van 4x4m = 16m2, 2,5m hoog = 40m3, dan is 0.9dm3/s/m2 gelijk aan ca 0,9x3600x40 dm3 ventilatie/per uur= ca 129.600 dm3 per uur = ca 130m3 per ur ofwel een ruimte-ventilatievoud van 3,25 (130:40) per uur. Bij de norm van 0,7 is dat ca 3 voudige ventilatie....ik kan me niet voorstellen dat dit verschil merkbaar is, dus houd gewoon de 0,9m3/s/m2 aan voor alle (behalve sanitaire)ruimten aan.

Antwoorden op discussie

RSS

Wie zijn lid van BouwProfs?

© 2024   Gemaakt door Michel Eek.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Algemene voorwaarden

Google+